theek op zijn opstalrecht heeft gevestigd. Alsdan zal een latere door de verpachter gegeven hypotheek niet de in het opstalrecht begrepen bouwsels van de pachter betreffen. Ter verduidelijking diene, dat wanneer de ver pachter zijn eigendom reeds met hypotheek heeft bezwaard voordat er een opstalrecht of een afbraakrecht ten behoeve van de pachter in het leven wordt geroepen, de opstallen onder de hypotheek vallen. Verhypothekering van een zodanig opstalrecht of cessie van een zodanig afbraakrecht heeft dan voor de bank geen waarde, tenzij zulks gepaard gaat met een ge deeltelijke doorhaling van de door de verpachter gevestigde hypotheek, nl. een doorhaling voor zover het de in het opstal- of afbraakrecht be grepen opstallen betreft. Met betrekking tot een vroeger reeds gevestigde hypotheek is er der halve geen verschil tussen opstalrecht en afbraakrecht. De banken geven derhalve gemakkelijker krediet op een bezwaard opstalrecht, zoals hier boven omschreven, dan tegen cessie van af braakrechten. Om die reden moet het dan ook de moeite en de hogere kosten (ook opstal wordt gevestigd bij notariële akte, en voor de hypotheekvestiging is opnieuw een authentieke akte vereist) waard worden geacht, wanneer de vader, die bij wijze van bedrijfsopvolging de boerderij aan zijn zoon wil verpachten, ter zelf- der tijd zijn zoon tot opstalhouder maakt. Zelfstandig opstalrecht Tot nu toe bespraken wij het opstalrecht, ge dacht in combinatie met pacht. Het opstalrecht kan ook als zelfstandig recht worden gevestigd. Er bestaat tussen grondeigenaar en opstal houder dan geen andere relatie dan die geba seerd op het opstalcontract. Of een zodanig zelfstandig opstalrecht speciaal voor het agra rische bedrijfsleven van veel betekenis is kan echter worden betwijfeld. Een zuiver opstalrecht bestaat nl. uitsluitend in het recht om opstallen op de grond van iemand anders te hebben. Een recht van gebruik van de grond zit er niet in opgesloten. Men kan wel in de opstalakte ook een gebruiksrecht opnemen, maar dan gaat men in feite naast het opstalrecht een erfpachtrecht vestigen en geldt derhalve hetgeen hierboven over de erfpacht werd opgemerkt. Een opstalrecht alleen met betrekking tot het hebben van opstallen, zonder dat er een of ander gebruiksrecht (pacht, erfpacht) aan verbonden is, heeft slechts zin, voor zover die opstallen op zichzelf beschouwd, dus afgezien van de om liggende grond, gebruikswaarde hebben. En dan zal het opstalrecht nog voor behoorlijk lange tijd moeten zijn gevestigd. Wordt evenwel aan deze voorwaarden voldaan, en vertegen woordigt het opstalrecht dus een hogere waarde dan alleen de afbraakwaarde van de opstallen, dan is een ruimere kredietverlening mogelijk dan bij een opstalrecht, dat bij uitwinning slechts de afbraakwaarde van de opstallen kan op brengen. Conclusie Uit het voorgaande kan worden geconclu deerd, dat het opstalrecht voor een bank een aantrekkelijker onderpand vormt dan een af braakrecht, ofschoon economisch gezien de waarde van deze twee soorten zekerheden in de meeste gevallen op hetzelfde neerkomt, te weten de afbraakwaarde van de opstallen. Erfpacht daarentegen, mits aan de hierboven genoemde eisen is voldaan, vormt een veel beter onderpand voor een geldgever. Hier gaat het immers om de gebruikswaarde van de grond, aangezien het erfpachtrecht een gebruiks recht is ten aanzien van de grond. Naarmate het een langere duur heeft en minder gemakkelijk kan worden opgezegd, begint het de eigendom te benaderen, zowel in juridisch als in econo misch opzicht. In circulaire 3.00/12 van 19 maart 1963 zijn richtlijnen gegeven voor het gebruiken van de bank giro voor rechtstreekse overboeking van belastingbetalingen. 102

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 24