Financieel overzicht
De leningoperatie van het Rijk
De belangstelling heeft zich in de afgelopen
maand geheel geconcentreerd op de lening
operatie van het Rijk. In grote lijnen weet de
lezer ongetwijfeld hoe het daarmee is gegaan,
maar in het kader van deze maandelijkse be
schouwing kunnen wij daaraan niet zonder meer
voorbijgaan, te minder omdat de gehele ont
wikkeling op de obligatiemarkt er door wordt
beheerst.
Men weet intussen dat op de inschrijvingsdag,
dinsdag 19 februari, een zeer grote belangstel
ling voor de 4% Staatslening 1963 aan de
dag is getreden, zowel van particuliere zijde als
van de kant van de institutionele instellingen,
zoals spaarbanken, pensioenfondsen e.d. Men
moest er rekening mee houden, dat het bij deze
ene emissie van het Rijk voor dit jaar zal blijven
omdat, zoals de vorige maal uiteengezet, voor
zover te voorzien de gehele behoefte van de
schatkist voor 1963 werd gedekt. Bovendien is
er onder de gewijzigde omstandigheden generlei
aanleiding geweest om te verwachten, dat de
staat een lening zal uitgeven met het oogmerk
liquiditeiten te binden, aangezien er van con
juncturele spanningen geen sprake meer is en,
voor zover het zich laat aanzien, de economie
in een min of meer verwijderde toekomst eerder
zal moeten worden geholpen met stimulerende
maatregelen dan dat behoefte zou bestaan aan
een afromen van geld- of kapitaalmarkt.
Hoe dit ook zij, op de jongste emissie van het
Rijk, die slechts 300 miljoen nominaal beliep,
werd voor niet minder dan ongeveer 16,8 mil
jard ingeschreven, zodat niet meer dan 1,79%
van het ingetekende bedrag kon worden toege
wezen. Zoals gebruikelijk onder zulke omstan
digheden is door de effectenkantoren en banken
zoveel meer ingeschreven, als men meende
nodig te hebben om ten minste aan zijn trekken
te komen. Indien een ieder in een zelfde ver
houding tot zijn behoefte zou hebben gemajo
reerd, zou iedere inschrijver relatief evenveel
te weinig toegewezen hebben gekregen. Om de
gedachte te bepalen: de werkelijke behoefte die
moest worden gedekt op grond van de vraag
van particulieren en instellingen werd om of
nabij 400 miljoen geschat. Uitgaande van het
beschikbare bedrag van rond 300 miljoen zou
een ieder dan een vierde te weinig hebben ge
kregen ten opzichte van zijn behoefte.
De werkelijkheid is natuurlijk geweest dat
slechts enkelen precies in de roos hebben ge
schoten, doch de meesten niet voldoende toe
gewezen hebben gekregen. Zulks temeer daar
onvermijdelijk altijd materiaal terecht komt bij
bepaalde beroepshandelaren en mogelijk ook bij
enkele kapitaalkrachtige particulieren, wien het
alleen te doen is om de koerswinst die bij ver
koop ter beurze na de emissie kon worden
verkregen. Voor normale particuliere beleggers
is zulk een winst niet aantrekkelijk wegens de
kosten die aan de verkoop verbonden zijn, doch
voor de beroepshandel ligt dat anders omdat
deze een extra provisie geniet van °P de
inschrijving.
Aanzienlijk agio
Wij hebben er de vorige maal op gewezen,
dat de leningsvoorwaarden door de minister van
Financiën extra laag waren gesteld in verge
lijking met de geldende koersen van oudere
staatsleningen. Dat verschil bedroeg in feite ca.
1 ten tijde dat de lening werd gelanceerd. Bij
het afsluiten van de maand februari noteerde de
4% Staatslening 1963 9911/i6 a 99% zodat
het verschil met de geldende beursnoteringen in
dit geval wel heel snel is ingekrompen. Zoals
men verder ziet is het voordeel voor die effec
tenhandelaren, die meer hebben toegewezen
gekregen dan waarvoor zij zelf behoefte had
den, aldus reeds spoedig tot ongeveer 1 ge
stegen, in aanmerking genomen de toewijzings
provisie voor de beroepshandel.
In tegenstelling tot de ervaring die vorig jaar
moest worden opgedaan bij de uitgifte van de
4% lening 1962, waarvan de emissievoorwaar-
den veel scherper gesteld waren, is de onder
havige lening klaarblijkelijk onmiddellijk veel
beter geklasseerd, d.w.z. in die handen terecht
gekomen, die daaraan voor zichzelf behoefte
hebben. Dientengevolge is er veel minder mate
riaal in de pijpleidingen terecht gekomen, het
geen de geringe verkoopdruk verklaart die viel
waar te nemen en die de snelle stijging boven de
emissiekoers van 99 mogelijk heeft gemaakt.
Het is inderdaad opmerkelijk hoe rustig de
handel is verlopen na de leningoperatie.
94