Kroniek van land- en tuinbouw door koude winter hoge brandstofkosten in tuinbouw; binnenlandse voorziening met consumptieaardappelen veilig gesteld; schade aan wintergranen en grasland; bij stijgende voederkosten neemt melkprijs nog steeds toe; doelbewust vleesbeleid mogelijk geworden; gemeenschappelijk landbouwbeleid in ijskast? Deze winter met een Siberische koude, die meer dan een maand Europa heeft geteisterd, zal in de geschiedenis als een van de strengste winters worden aange merkt. Zelfs de welhaast legendarische winter van 1890 werd in koudeproduktie overtroffen. Voor velen heeft het barre winterweer, met sneeuw en gladde wegen, ernstige overlast ver oorzaakt. De huishouding ging meer kosten; het verwarmingsbudget is belangrijk gestegen, melk boer en broodbezorger berekenden een extra sneeuw-cent, aardappelen en groenten werden duurder. De extra-uitgaven voor de huishouding betekenden dat op andere uitgaven bespaard moest worden, dat minder kon worden besteed aan kleding, luxe goederen, ontspanning en vakantie of dat bepaalde aanschaffingen werden uitgesteld. Zo kon zelfs een echte, ouderwetse, winter een verschuiving in de nationale econo mie, althans in de verdeling van de welvaart, veroorzaken. Wat extra ging naar de kolen mijnen en brandstoffenhandelaren, naar brood bezorgers, autospuiters en sneeuwruimers, kon niet voor andere doeleinden worden aangewend. Wat de een meer verdiende, kreeg de ander minder. De winter veroorzaakte niet alleen een ver schuiving, maar kostte ook een stukje van onze welvaart. Een deel van de beschikbare arbeids krachten was nodig om de gevolgen van de vorst te bestrijden om sneeuw te ruimen, waterleidingen te ontdooien en kon niet wor den gebruikt voor het voortbouwen aan onze welvaart. Tuinbouw Ook de land- en tuinbouw reeds in zo sterke mate afhankelijk van de wisselvallig heden der natuur ondervond de gevolgen van strenge vorst, sneeuw en gladde wegen. Het transport van de vorstgevoelige groenten- en fruitsoorten leverde grote moeilijkheden op; de aanvoer naar de veilingen verminderde sterk of stagneerde geheel. Voor zover de tuinbouw- produktie in de winterperiode is doorgegaan in onverwarmde kassen is ernstige schade ont staan ging dit gepaard met buitensporig hoge brandstofkosten.Voor bepaalde gewassen, zoals sla, waren deze wel 2 a 3 keer zo hoog als in normale jaren. Bovendien is de kwaliteit van het produkt door de lage luchtvochtigheid belang rijk gedaald. Dit alles kon niet door een betere prijs worden goedgemaakt. In de fruitteelt zijn de werkzaamheden, met name de snoei van de vruchtbomen, aanzienlijk vertraagd. Bovendien is plaatselijk in jonge per celen nog al schade veroorzaakt door hazen en konijnen, en zelfs door reeën. Ondanks beperkt aanbod bleven de verkoopprijzen van het fruit betrekkelijk laag, hoewel de laatste week een vastere tendens viel te bespeuren en voor vrij wel alle rassen en kwaliteiten iets hogere prijzen werden betaald. Akkerbouw In hoeverre de vorst de in pakhuizen en in kuilen opgeslagen voorraden consumptieaardap pelen heeft aangetast, is nog niet te overzien. Algemeen leeft echter de opvatting dat het ver lies in ons land binnen beperkte grenzen zal blijven. In andere landen, met name in Engeland, zou de schade wel eens belangrijk kunnen zijn. Wellicht zal daardoor de export kunnen aan trekken. Om nu in ieder geval de binnenlandse voorziening veilig te kunnen stellen, heeft het Produktschap voor Aardappelen geleerd door de ervaring van vorig jaar de export gebon den aan een stelsel van exportvergunningen, met een geldigheidsduur van 14 dagen. Weliswaar worden deze vergunningen voorlopig onbeperkt uitgegeven, doch men houdt door deze admini stratieve maatregel in ieder geval de vinger aan de pols en kan elk ogenblik ingrijpen. Overigens is uit een voorraadinventarisatie gebleken, dat Nederland nog ruim voldoende aardappelen 54

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 8