voeren, die voor de vereniging teleurstellend zijn. Ook de bank kan daarin wel eens betrok ken worden. Zo werd ons onlangs de volgende vraag gesteld: „Een kerkkoor hier ter plaatse, dat geen rechtspersoonlijkheid bezit, kreeg verschil van mening met de penningmeester en schorste deze als lid en penningmeester (niet wegens ver keerd financieel beheer!). Het bestuur deed ons een verklaring toekomen, dat de penningmeester geschorst is en dat de gelden van het desbetref fende spaarboekje geblokkeerd moeten worden. Aldus hebben wij gehandeld. Nu wil het bestuur van het koor de gestorte gelden doen over boeken op een inmiddels geopende nieuwe spaarrekening ten name van de nieuwe pen ningmeester. De geschorste penningmeester is nog steeds in het bezit van het eerste spaar boekje en wil dit niet afgeven. Kunnen nu toch deze gelden van de oude spaarrekening op de nieuwe worden overgeboekt Gezien de tekst van de boven weergegeven wettelijke voorschriften kan de bank aan het verzoek tot overboeking niet voldoen, tenzij het oude boekje wordt overgelegd. Formeel heeft immers de bank slechts te maken met de voor malige penningmeester. Deze zal nochtans de op het boekje gestorte gelden niet ten eigen bate mogen aanwenden en daarom kan de bank in een dergelijk geval wel de spaarrekening blokkeren. De bestuursleden van de niet-rechts- persoonlijkheid-bezittende verenigingen zullen vervolgens de vroegere penningmeester kunnen noodzaken, het boekje aan hen af te geven. Deze afgifte zouden zij zelfs in een gerechtelijke procedure kunnen vorderen. Uit dit alles blijkt echter, dat er beslist na delen aan verbonden zijn, wanneer men voor een vereniging niet de rechtspersoonlijkheid heeft aangevraagd. Geliquideerde vereniging Een andere bank stelde ons een vraag, die met de voorafgaande enigszins verband houdt. „In onze boeken komt een spaarsaldo voor van f 470,ten name van een sportvereniging (ijsclub). De vereniging is 20 jaar geleden ge liquideerd. Het saldo, dat toen aanwezig was, is bij onze bank op een spaarrekening blijven staan en is door rentebijschrijving aangegroeid tot bovenstaand bedrag. De toenmalige penning meester beweert dat over dit bedrag niet buiten hem om kan worden beschikt. Bij informatie bij een vroeger bestuurslid bleek, dat geen be stemming is gegeven aan het kassaldo. Notulen van de laatste bestuursvergadering zijn niet meer te vinden. Nu is onlangs in onze plaats een nieuwe vereniging voor ijsvermaak opgericht en deze vereniging wil thans over het saldo van de opgeheven ijsclub beschikken. Volgens een courantenverslag van de oprich tingsvergadering is in deze vergadering mee gedeeld, dat het geld aan de vroegere ijsclub ter beschikking van de nieuwe vereniging is ge steld. Kunnen wij het bestaande saldo nu zonder meer ter beschikking van de nieuwe vereniging stellen?" Ook in dit geval zal voor het overboeken der gelden ten name van de penningmeester der nieuwe vereniging de medewerking van de vroegere penningmeester zijn vereist. Deze blijft tegenover de personen, die tijdens de liquidatie van de oude ijsclub lid waren, verantwoordelijk voor de besteding van de gelden. Zeker is, dat hij die gelden niet ten eigen bate zal mogen aanwenden. Het beste zal wel zijn, als de pen ningmeester zijn vroegere mede-bestuursleden raadpleegt. Zijn deze van oordeel, dat de opzet en het doel van de nieuwe vereniging gelijk zijn aan die van de vroegere, dan kan de penningmeester veilig opdracht tot overboeking van het saldo geven, of het boekje aan de nieuwe penningmeester afgeven, in welke han deling de bank onder de geschetste omstandig heden een machtiging om over de gelden te beschikken kan zien. De duurverlengingswet Wij willen, in aansluiting op de beantwoording van bovenstaande vragen, nog een onderwerp bespreken, dat daarmee verband houdt, nl. dat van de vereniging, die de rechtspersoonlijkheid door het verstrijken van haar duur heeft ver loren. Vroeger leverde dat vaak onoverkomelijke problemen op. De rechtspersoonlijkheid was verleend voor 29 jaar; op het tijdstip,waarop die 69

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 23