kredietbeperking pasten bij elkaar; ze zijn beide
symptomen van een zich vertragende conjunc
tuur, door dr. Holtrop gekenschetst als „dood
tij": ze kan beide kanten uitgaan, naar boven en
naar beneden. En onder zulke omstandigheden
kan beter tot een meer normale rentevoet wor
den teruggekeerd, te meer, daar het disconto
vorig jaar slechts met het oog op mogelijke con
juncturele spanningen, alsook ten dele, wegens
de hogere rentestand in Engeland, op 4 was
gebracht. Nu is aan het terugdraaien van de
discontoschroef bij ons ook een discontover
laging in Engeland eveneens conjunctuur
symptoom voorafgegaan, terwijl o.a. ook
België het disconto onlangs heeft verlaagd.
Anderzijds is de renteloze kasreserve, die de
banken bij de Nederlandsche Bank moeten aan
houden en die tijdelijk wegens de zware jaar-
ultimo tot 4 was verlaagd, weer, met ingang
van 22 januari, tot 5% verhoogd, waardoor
bedoelde dekking met circa 75 miljoen tot on
geveer 375 miljoen is gestegen. De notering
voor daggeld werd voorts, in twee etappes, van
2 tot 1 teruggebracht.
Al met als is er dus in de eerste maand van
het jaar wel het een en ander gebeurd op de
geld- en kapitaalmarkt.
Maandelijkse koerstabel
31 aug.
28 sept.
31 okt.
30 nov.
28 dec.
31 jan.
4%
Nederland 1958
100,5/ié
100"/i«
100%
101,s/i6
102%
101»/,6
4%
Nederland 1960 I
100,5/i6
100n/i6
100%
101%
102%
101'/,6
4%
Nederland 1959
100
99%
99%
99%
100%
99%
41/4
Nederland 1961
100
99%
99%
997/32
100%
99%
3%
Nederland 1953
95%
95%
94%
95%
95%
95%
3'/2
Nederland 1956
94%
93%
93%
9315/i6
943/i«
94%
3%
Nederland 1954
90%
89
89%
908/16
90
91
3%
Nederland 1955 1
90%
89
89%
90%
90
91
3'/2
Ned. 1947 Staffel
91
90%
91%
91%
91%
923/ió
3%
Nederland 1962/64
99%
99%
99%
99'/ié
99 Vi6
9913/32
3%
Grootboek 1946
91%
92%
91%
92%
91%
91%
3%
Investeringscert.
99%
98%
987/i6
98%
98%
98"/m
2%
Grootboekoblig.
573%
57%
57%
585/i6
58
58%
Effectief rendement obligaties
31 aug.
28 sept.
31 okt.
30 nov.
28 dec.
31 jan.
4%
Nederland 1958
4,38
4,42
4,39
4,25
4,19%
4,29
41/2
Nederland 1960 1
4,38
4,42
4,39
4.28
4,17%
4,31
4%
Nederland 1959
4,25
4,30
4,30
4,29
4,24
4,26
4%
Nederland 1961
4.25
4,28
4,30
4,27
4,24
4,29
3%
Nederland 1953
4,26%
4,26
4,32
4,26
4,23
4,21
3%
Nederland 1956
4,17%
4,29
4,27
4.25
4,22
4,15%
3%
Nederland 1954
4.22
4,36
4,32
4.24
4,26
4,14%
3%
Nederland 1955 I
4,20
4,36
4,30
4.23
4,25
4,11
31/2
Ned. 1947 Staffel
4,02
4,19%
4,09%
4,09
4,09
3,93
3%
Nederland 1962/64
3,12%
3,12%
3,12%
3,36
3,55
3,47
3%
Grootboek 1946
4,16%
4,07
4,20
3.99
4,20
4,14%
3%
Investeringscert.
3,41
3,58
3,72
3,69
3,81
3,58
2%
Grootboekoblig.
4,39
4,38
4,39%
4,34
4,37
4,32
63