november, toen de melktoeslag en de graan- toeslagen werden uitbetaald. Sterk gestegen omvang van de krediet verlening De debetsaldi in lopende rekening namen in 1962, inclusief bijgeschreven rente, slechts toe met circa 23,7 miljoen (vorig jaar 54,1 mil joen), waardoor het totaal van de debetsaldi aan het einde van het jaar op circa 467,0 mil joen kwam. Het effect van de kredietbe- perkende maatregelen van de Nederlandsche Bank is in deze geringe stijging van de debet saldi goed merkbaar. Het bedrag, dat in de vorm van voorschotten en hypotheken aan natuurlijke personen en leningen aan rechtspersonen werd verstrekt, is in 1962 echter duchtig toegenomen. Hier wer den alle records gebroken. Aan natuurlijke per sonen werden circa 39.000 (vorig jaar 33.900) voorschotten en hypotheken verstrekt tot een bedrag van circa f 442,0 miljoen. Het saldo van de op deze wijze uitgezette bedragen over schreed met 1.180,0 miljoen (vorig jaar 950,5 miljoen) voor het eerst in de geschie denis ruim het miljard Ook de leningen aan rechtspersonen, waar onder de coöperatieve verenigingen een be langrijke plaats innemen, stegen zowel in aantal als in bedrag. Verstrekt werden circa 800 pos ten (vorig jaar 690) tot een bedrag van circa 53,0 miljoen (vorig jaar 47,4 miljoen). Aan het einde van het jaar bedroeg het saldo van deze leningen circa 215,0 miljoen (vorig jaar 178,6 miljoen). In totaal stegen de uitzettingen in eigen kring, d.w.z. de debetsaldi in lopende rekening, de voorschotten en hypotheken aan natuurlijke per sonen en de leningen aan rechtspersonen, in 1962 tot circa f 1.862,0 miljoen, hetgeen een toeneming betekent van circa 289,6 miljoen. Van de getroffen regeling om boven het nor male hypotheekbedag een extra-hypotheekbe drag te verstrekken, werd op grote schaal ge bruik gemaakt. Enkele andere cijfers De spaargelden en de creditsaldi in lopende rekening, tezamen vormende onze toever trouwde middelen, stegen in het verslagjaar, inclusief de rente, met circa f 422,0 miljoen (vorig jaar 386,7 miljoen). Hiervan werd 289,6 miljoen of 68,6 in eigen kring uitge zet. Dit bedrag ligt hoger dan dat van enig voorafgaand jaar en dit percentage wordt slechts overtroffen door dat van het jaar 1960 (68,8%). In 1961 bedroeg het 67,3. Onze banken hebben dus een zeer actief kredietbeleid gevoerd en op ruime schaal aan de grote kredietbehoefte kunnen voldoen. Dit geldt met name ook voor de voorschotten en hypotheken aan natuurlijke personen uit de agrarische sector. Verstrekt werden circa 13.200 posten (vorig jaar 11.883) tot een totaal bedrag van circa 158,0 miljoen (vorig jaar f 124,0 miljoen). Ook deze hoge cijfers zijn nog niet eerder voorgekomen. De sterke verbreding van de cliëntenkring van onze banken, die wij de laatste jaren in toenemende mate kunnen con stateren, bracht met zich, dat het percentage, dat het in de agrarische sector aan natuurlijke personen verstrekte bedrag uitmaakt van het in totaal aan natuurlijke personen verstrekte be drag, iets daalde, namelijk van 37,1 in 1961 op circa 35,3 in 1962. Ook het aantal van de in de agrarische sector verstrekte posten daalde pro centueel, namelijk van 35,1 op 33,8. Gelijk reeds werd opgemerkt lieten zowel aantal als be drag der aan de agrarische sector verstrekte voorschotten en hypotheken in absolute zin een forse stijging zien. Het tegoed van de banken bij de Centrale Bank nam, inclusief rente, met circa 113,0 mil joen (vorig jaar 115,2 miljoen) toe tot circa f 1.479,2 miljoen (vorig jaar 1.366,4 miljoen). De laatste maanden van het jaar hebben sterk tot deze toeneming bijgedragen. De reserves stegen naar schatting met circa 11,2 miljoen (vorig jaar f 10,9 miljoen) en be reikten per ultimo december een niveau van circa 130,0 miljoen. Enige aspecten van het werk van de Centrale Bank in 1962 Voor de aangesloten banken was vermoe delijk de rayonindeling van de inspectiedienst 4

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 6