Deze overwegingen houden mij hier in het sanatorium
bezig. Was ik gezond, dan zou ik nu midden in de ba
lanswerkzaamheden zitten! Dan gevoelt men totaal geen
behoefte over dergelijke problemen te mijmeren.
Nog een opmerking: denkt u nu niet, dat ik tegen elke
mechanisatie ben. Vooral wanneer het gaat om het be
lang van onze banken en hun cliënten, zal ik de laatste
zijn om ook maar enigszins tegen te werken. Wellicht
door mijn tienjarige ervaring ,,zie" ik nog iets in het
oude systeem. Het zou te ver voeren u al de toege
paste en geplande vereenvoudigingen uit de doeken te
doen. Daar zou een boekwerk voor nodig zijn. Ook is
het niet gemakkelijk de omstandigheden van een be
paalde bank te omschrijven; er zijn er geen twee gelijk.
Over het algemeen kan men zeggen, dat de sfeer van
een bank wordt bepaald door het karakter van de kas
sier/directeur. Daar valt niet aan te tornen. Schuilt hier
in, wanneer men een machinale boekhouding gaat op
zetten, niet een groot gevaar? Misschien geldt dit
slechts voor een enkeling.
Hoe denkt u daarover?
Hoogachtend,
P. Gardenier, plv. kassier
Coöp. Boerenleenbank „Nes (W.D.) en
Omstreken"
Naschrift van de redactie
De vraag: „Heeft mechanisatie altijd zin?" moet na
tuurlijk beantwoord worden met: „Neen, niet altijd". De
heer Gardenier voelt wel aan, dat wij met zulke vragen
in het algemeen niet veel opschieten. Want het staat
ook vast, dat mechanisatie van de administratie heel
vaak wel zin heeft. Het gaat er juist om te weten onder
welke voorwaarden mechanisatie voor een bank aan te
bevelen is en dan stuiten wij op de door de inzender
gesignaleerde moeilijkheid, dat geen twee banken gelijk
zijn. Dit maakt de zaak inde'daad niet gemakkelijk, maar
onoverkomenlijk is de moeilijkheid niet. Het op verant
woorde wijze toepassen van mechanisatie is van een
hele reeks van voorwaarden afhankelijk en wanneer wij
zien, dat een bank aan alle of de meeste van deze voor
waarden voldoet, dèn kan met redelijke kans op succes
tot mechanisatie besloten worden.
De heer Gardenier noemt zelf reeds een aantal voor
waarden: de lagere kosten, de vlottere afwerking en de
grotere „netheid". Wij hopen, dat wij in de toekomst
in een afzonderlijk artikel op de motieven, die gezien
de omstandigheden voor mechanisatie pleiten, kunnen
ingaan. Het is goed, dat de heer Gardenier de voor de
mechanisatie aangevoerde motieven niet kritiekloos
wenst te aanvaarden. Als mechanisatie niet verantwoord
is, moot men daartoe beslist niet overgaan, enkel en
alleen om „te willen meedoen". Speciaal omdat de heer
Gardenier er aan twijfelt of mechanisatie wel goedkoper,
vlotter en netter werk levert, zullen wij gaarne de me
ning van anderen, met name van hen die reeds enige
tijd met een gemechaniseerde administratie werken, in
onze rubriek willen vermelden.
De sfeer van de bank wordt, volgens het slot van het
stuk van de heer Gardenier, bepaald door het karakter
van de kassier/directeur. Akkoord! Maar wij zijn er niet
bang voor, dat ooit enige kassier of directeur zijn karak
ter en de sfeer op zijn bank ondergeschikt zou maken
aan een dood ding als een boekhoudmachine. Sfeer en
karakter zijn heel andere grootheden dan de machinale
hulpmiddelen en zo lang wij doel en middel gescheiden
houden, behoeft geen enkele kassier te vrezen, dat hij
niet langer zijn stempel op de bank zou kunnen drukken.
Voorlichting zus en zo
Geachte redactie,
In de kroniek „Wat ons bezig houdt", in het november
nummer van de Raiffeisen-Bode, wordt uwerzijds com
mentaar geleverd op een artikel uit „Ons Platteland
van 19 oktober j.l.
Er wordt in deze kroniek enige kritiek geleverd op
de gehele strekking van het artikel, als ik het goed be
grijp, maar vooral ook op een bepaalde zin, die, volgens
de kroniekschrijver, als het ware de kern vormt en op
grond waarvan hij tot de conclusie komt, dat onderge
tekende het vertrouwen in de boerenleenbanken heeft
ondermijnd.
Deze conclusie zou juist zijn, wanneer:
a. De C.B.T.B. geen uitgesproken mening had en deze
niet openlijk kenbaar maakte, over het nut van onze
kredietinstellingen. Dat moet ook bij de Raiffeisen-
organisatie bekend zijn. Nog kortgeleden heeft de
C.B.T.B. een brochure over de financiering doen ver
schijnen, die bestemd is om door de plaatselijke af
delingen gebruikt te worden als gespreksstof bij het
winterwerk. Deze brochure is in grote oplaag onder
de leden verspreid. Aan de totstandkoming ervan
hebben zowel een van de medewerkers van de Cen
trale Bank als ondergetekende bijgedragen.
b. De C.B.T.B. in haar voorlichtingsactiviteiten de ban
ken niet zoveel mogelijk inschakelde. De voorlichting,
die dit winterseizoen gegeven wordt aan de deel
nemers der bedrijfseconomische boekhoudingen, om
vat ook een stuk financieringsvoorlichting. Dit onder
deel wordt door de kredietadviseurs verzorgd.
c. De kroniekschrijver het kader, waarin het bewuste
artikel geplaatst is, iets meer in zijn beoordeling had
betrokken. Het artikel stond in de rubriek „Vragen
van vandaag en morgen", welke rubriek bestemd is
om de meningsvorming over allerlei zaken te stimu
leren. Vele meningen zijn immers traditioneel ge
vormd. De huidige ontwikkeling vraagt een nieuwe
doordenking van de gevestigde meningen.
In een dergelijk kader is het wel eens nodig, om
terwille van de duidelijkheid, wat eenzijdig gekleurde
voorlichting te geven.
d. De kroniekschrijver de bewuste zinsnede niet te veel
uit het verband gelicht had. Men leze b.v. de direct
volgende passage, waarin de kern van ons betoog
ligt. Daar wordt begonnen met de zekerheid, die een
bank moet vragen aan de kredietnemers.
e. De kroniekschrijver gelijk had, dat een enkele zin
in een krantenartikel het vertrouwen van de leden
zou ondermijnen.
Schrijver hecht o.i. een te grote invloed aan het ge
schreven woord in de voorlichting.
Het geheel samenvattend, geloof ik dat de kroniek
schrijver een verkeerde conclusie heeft getrokken. Hij
schreef vanuit een m i. verkeerd uitgangspunt. Hij schrijft
trouwens zelf, dat hij tevreden zou zijn geweest als
ondergetekende in het artikel had gewezen op alles wat
de banken doen en van plan zijn te doen (vrij vertaald)
35