en paard
Het doet ons genoegen deze maand ook een stuk te mogen plaatsen, dat geschreven is door
een plaatsvervangend kassier, die door ziekte tijdelijk zijn functie niet kan waarnemen. De rust,
die de heer Gardenier in acht moet nemen, heeft gelukkig geen invloed op zijn belangstelling
voor het landbouwkredietwezen. Wii zijn blij, dat hij door middel van onze rubriek aan die be
langstelling uiting heeft willen geven. Wij wensen de heer Gardenier voor 1963 een voorspoedig
herstel toe.
Sterke verhalen uit Domburg?
Geachte redactie,
Gelezen in de R.B. van november 1962:
De bank Domburg maakte tijdens de Raffeisenweek
de f 10 miljoen vol aan spaargelden.
Het aantal stortingen (2016) en het totaal geïnde be
drag 290.000,zijn werkelijk formidabel. Maar nu
komt het.
Bij de bank Domburg zijn ruim 4200 spaarders inge
schreven J.S.W.-spaarders, R.A.S.-spaarders en an
dere buitengewone" spaarders hierin niet begrepen
terwijl er in het werkgebied van de bank ongeveer
4.500 personen wonen. Gesteld dus, dat de „buiten
gewone" spaarders gezamenlijk zo'n 300 boekjes uit
maken, wil dit zeggen, dat daar in Domburg iedereen,
van zuigeling tot grijsaard, een boekje heeft bij de
Raiffeisenbank.
Lijkt dit niet een beetje op een sterk verhaal!
Hoogachtend,
G. C. A. v. d. Maarel,
secretaris bestuur
Raiffeisenbank Delft
Naschrift van de redactie
Neen, geen sterk verhaal, maar wel een sterk staaltje!
Nederland heeft 11.800.000 inwoners en er zijn 11.500.000
spaarboekjes in omloop. Het benijdenswaardige resul
taat van Domburg ligt, al lijkt het wonderlijk, binnen de
grenzen van het mogelijke.
Heeft mechanisatie altijd zin?
Geachte redactie,
Nu ik tijdelijk uitgeschakeld ben en een rustkuur moet
ondergaan, dringt het begrip „mechanisatie" zich on
bewust aan mij op. Dit vraagstuk houdt ons trouwens
al jaren bezig. Toen ik nog midden in het werk zat,
ontbrak mij de tijd om hier eens dieper over na te
denken. Een nadeel is, dat ik de dynamische ontwikke
ling van het boerenleenbankwezen vanuit mijn bed moei
lijk kan volgen. Vast staat evenwel, dat ik ook al tij
dens mijn werk tot de volgende conclusies ben gekomen:
Onze bank verwerkt jaarlijks een 40.000 posten. Toch
zijn wij niet gemechaniseerd! Tijdens mijn werk heb ik
er steeds naar gestreefd vereenvoudigingen aan te
brengen, terwijl ik enkele weken geleden een ander
systeem heb proberen te ontwikkelen; of dit een werk-
besparing zal geven kan ik uiteraard moeilijk beoor
delen, omdat ik dit nog aan de praktijk zal moeten
toetsen. Dat vind ik het voordeel van het „ouderwetse"
systeem; het is zo plooibaar en het laat alle ruimte voor
degene, die er mee moet werken. Ik geef toe, dat ik
nog nooit met een boekhoudmachine gewerkt heb. Mis
schien opende dat wijde perspectieven! Het kan zijn,
dat het mechanische systeem zich ook wel laat aan
passen aan de omstandigheden. Maar wat ik er van
gehoord en gezien heb spreekt voor mij boekdelen!
Volgens een nauwkeurig afgebakende weg beweegt zich
(als een robot!) het boekingsproces! Het is een soort
„lopende band' Zoiets ligt mij niet! Ik zou nog wel
enthousiast te krijgen zijn als hiermee een aanzienlijke
tijdsbesparing te bereiken zou zijn maar dat is, voor
zover ik het kan bekijken, beslist niet het geval!
Ik vraag mij wel eens af: „waarom mechaniseren er
zoveel banken?"
1e. Omdat het zo goedkoop is? De aanschaffingsprijs
en het benodigde materiaal heeft mij vaak doen
schrikken;
2e. Om de vlotte afwerking? Toevallig heeft niet lang
geleden een cliënt bij onze bank een lopende reke
ning aangevraagd, omdat de langzame afwerking
van een andere (gemechaniseerde) bank hem bij
zonder slecht beviel;
3e. Omdat het geheel er vee! netter uitziet? Lang
heb ik gedacht dat dit bij velen het motief zal zijn
geweest. Mijn „systeem" is dan ook tot een mini
mum aan „schrijven" teruggebracht, terwijl de con
trolemogelijkheden absoluut aanwezig zijn;
4e. Omdat men nu eenmaal wil „meedoen"? Ik kan
mij voorstellen dat deze factor een voorname rol
speelt. Zelf heb ik vaak rondgelopen met de ge
dachte: „rem ik de ontwikkeling van onze bank af?"
Ik wil u wel bekennen, dat ik mij daar vaak veel
zorgen over heb gemaakt. Nu ik de gelegenheid heb
de dingen van een afstand te bekijken, kom ik tot
het inzicht, dat mijn standpunt (voor onze bank) on
getwijfeld zijn waarde heeft. Begrijp me goed: ik
wens niet te generaliseren; iedere bank werkt op
zijn eigen manier en onder verschillende omstandig
heden. Zo heeft ons werkgebied te kampen met een
ontvolking, wat zijn weerslag vindt in de minder
snelle groei van onze bank. Ook de mentaliteit van
de bevolking is zodanig, dat men, dunkt mij, niet
„rijp" is voor mechanisatie.
34