Public relations (III) Na een overzicht van het begrip public rela tions en een korte schets van de verhouding van public relations tot verschillende vormen van publiekbeinvloeding, komt nu een praktisch punt aan de orde: het programma van public relations. Een programma „Zo min mogelijk aan het toeval overlaten" is een beginsel van het moderne bedrijfsbeleid. Deze regel geldt evenzeer voor een plaatselijke raiffeisenbank/boerenleenbank. Het public rela- tionsbeleid zal dus zodanig moeten worden ge voerd, dat men op eventualiteiten is bedacht. Essentieel is in dit verband een goede voor bereiding en een juiste keuze van middelen. De veelheid van de groepen van mensen, die ieder een eigen benadering vragen, de grote hoeveelheid media die men ter beschikking heeft, de noodzaak om de te brengen bood schap te herhalen, nog eens te herhalen en in andere vorm opnieuw te herhalen, het zijn even zovele argumenten voor een systematische be handeling van het vraagstuk der public relations. Zonder een bepaald plan, een vastomlijnd programma, mist een plaatselijke bankorgani- satie de voortdurende zelfcontrole. Men loopt het gevaar de zaak te laten versloffen, indien men niet volgens een bepaald schema werkt. De zaak krijgt dan niet de aandacht die ze ver dient, men wordt verleid tot stuntjes en er wor den boten gemist. Er zijn nog wel raiffeisen- banken/boerenleenbanken, die zonder reclame budget werken, omdat zij het idee hebben, dat reclame een te kostbare zaak is. Het zou de moeite waard zijn, als men bij die banken aan het eind van het jaar eens optelde hoeveel geld is neergeteld voor de advertentiefuiken, waarin men zich heeft laten lokken en voor de losse reclamefolders „waar we echt niet onderuit hebben gekund". Daar gaat het om: zonder plan bereikt men zijn doel niet of alleen langs een kostbare en omslachtige weg. De onderdelen van het plan Wat zijn nu de meest voor de hand liggende onderdelen van een public relationsprogramma? De hieronder genoemde punten zouden richt lijnen kunnen zijn. Ter verduidelijking geven wij hierbij een (fictief) voorbeeld zonder pretentie van volledigheid. 1. Bepalen van het doel van het programma. B.v. de Raiffeisenbank A wenst in de plaats, waar zij een nieuw bijkantoor heeft geves tigd, een algemene goodwill te verkrijgen. 2. Vaststellen van het public relationsbeleid. B.v. moet er een plan op langere termijn worden opgesteld en over een tweetal jaren verdeeld, of kan volstaan worden met een extra intensieve actie in een bepaald jaar getijde? Zal er op het gemeenschapsgevoel van de mensen worden gespeeld of juist op het eigenbelang? Wil men het contact met de plaatselijke middenstand apart behan delen of de actie als één geheel zien? enz. enz. 3. Vaststellen van de „boodschap", die de bank gaat brengen. Dit punt hangt nauw samen met het vooraf gaande. Het gaat hier om de keuze van het thema, waarvan de bank verwacht, dat het het best bij een bepaalde publieksgroep zal aanslaan en het diepst in het geheugen ge grift zal worden. 4. Zich afvragen welke groepen men wil be reiken. Het onder punt 1 genoemde voorbeeld, waar in „het publiek" in zijn algemeenheid de hoofdrol speelt, dwingt tot selecteren. Wie zijn van belang? Ook daar zal lijn in moeten worden gebracht. 5. Keuze van de middelen. De middelen van public relations vormen een onderwerp apart en zullen in een volgend artikel worden behandeld Het tijdschema Nadat men de voorafgaande punten terdege heeft overwogen en de omvang van het plan heeft vastgesteld, rest nog het tijdschema. Zonder tijdschema is de uitvoering van het pro gramma niet denkbaar. De bank zal na moeten gaan bij welke cate gorieën men het eerst aansluiting wil zoeken. Een tijdsindeling, waarin de te nemen stappen stuk voor stuk zijn uitgezet, kan niet gemist worden. Op deze wijze komen alle groepen aan hun trek, de bank kan zichzelf voortdurend controleren en men dwingt zichzelf tot actie. 19

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 21