P D 5 D 1) 5 ben, groeit het aantal bestedingsmogelijkheden. Dit en de veelal hoger geworden inkomens hebben allerlei verschuivingen in het budget tot gevolg. Dikwijls blijkt het moeilijk meteen het juiste inzicht in de nieuwe verhoudingen ten aanzien van inkomsten en uitgaven te verwer ven. Anderzijds komt het herhaaldelijk voor dat men, wat de mogelijkheden tot bestedingen betreft, niet de nodige zelfbeheersing kan op brengen. Dit laatste vaak als gevolg van het feit dat men het eerder genoemde inzicht mist. Men schaft zich dan in een te snel tempo kost bare zaken aan, of men neemt te zware ver plichtingen op zich. De voorlichting, die het Ge- zins Begrotings Instituut geeft, heeft uiteraard steeds gelijke tred gehouden met de ontwikke lingen op het gebied van de gezinsfinanciën en de mogelijkheden der bestedingen. Het is wellicht nuttig als de spaarinstellingen zich dit nog eens realiseren. Want juist het kweken van inzicht in financiële situaties en het aanmoedigen van reserveringen voor toekom stige uitgaven zijn onderwerpen, die ten nauwste verband houden met het werk van de spaar instellingen. Zij zijn het die hierbij een actieve rol kunnen spelen. De spaarinstellingen lenen zich goed voor stimulering van en steun aan het G.B I.-werk. Een mooie seizoenfoto van de Raiffeisenbank „Breukelen waar op 15 januari de heer W. C. Schoonderwoerd het directeurschap overdroeg aan zijn zoon. 18

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 20