Speciale kredietfaciliteiten
voor beginnende boeren
Wanneer wij zien naar de activiteit, die onze
organisatie in de afgelopen jaren op het terrein
van de agrarische kredietverlening heeft ont
plooid, kunnen wij een verheugende vooruit
gang constateren. In kwantitatief opzicht wordt
deze vooruitgang geïllustreerd door het feit, dat
het totaalbedrag aan kredieten en voorschotten,
verstrekt aan land- en tuinbouwbedrijven, jaar
lijks met circa 20% toeneemt. Ook in kwalitatief
opzicht kan echter van vooruitgang worden ge
sproken. Wij denken daarbij aan de nieuwe
kredietmogelijkheden, die de laatste jaren to:
stand zijn gekomen.
Deze ontwikkeling, die in sterke mate is ge
stimuleerd door de aanbevelingen van de Com
missie Landbouwkrediet, gaat nog steeds ver
der. Zo is het arsenaal van kredietmogelijk
heden deze maand nog weer vergroot door het
invoeren van enkele kredietfaciliteiten, die kun
nen worden toegepast bij de financiering van
het overnemen van landbouwbedrijven. Deze
nieuwe faciliteiten verschaffen de mogelijkheid
om tegen overdracht van de bedrijfsinventaris
een krediet of een voorschot te verstrekken
met een langere looptijd en tot een hoger be
drag dan tot dusverre werd toegestaan.
Onze aangesloten banken hebben in de af
gelopen jaren reeds vele kredieten en voor
schotten verstrekt tegen overdracht van dode
en/of levende inventaris. Hierbij heeft steeds
als richtlijn gegolden, dat het verstrekte bedrag
niet hoger mocht zijn dan 50% van de waarde
van de tot zekerheid overgedragen inventaris.
Voor de financiering van de overname van een
landbouwbedrijf zal thans echter tot 70% van
de onderpandswaarde mogen worden gegaan,
mits de kredietwaardigheid van de aanvrager
gunstig wordt beoordeeld.
In verband met dit laatste achten wij het onder
meer noodzakelijk, dat de kredietnemer be
schikt over een bedrag aan eigen vermogen,
waarmede ten minste 30% van de totale ver
mogensbehoefte kan worden gedekt.
Er zullen natuurlijk ook gevallen voorkomen
waarbij het eigen vermogen van de krediet
nemer minder bedraagt dan 30% van de totale
vermogensbehoefte, terwijl het te lenen bedrag
groter is dan 50% van de waarde van de tot
zekerheid over te dragen inventaris. In derge
lijke gevallen kan de gevraagde lening wel
worden verstrekt, maar daarvoor zal dan zeker
heid moeten worden gesteld in een andere
vorm, bijvoorbeeld door middel van een garan
tie van het Borgstellingsfonds voor de Land
bouw.
Bij de financiering van de overname van
landbouwbedrijven zal ook aandacht dienen te
worden geschonken aan de rentabiliteit. In het
bijzonder gaat het daarbij om de vraag hoe in
de eerstvolgende jaren de verhouding zal zijn
tussen het inkomen enerzijds en de privé-uit-
gaven anderzijds. Deze cijfers zijn niet alleen
van belang voor het beoordelen van de krediet
waardigheid van de aanvrager, doch kunnen
daarnaast worden gebruikt om beter geïnfor
meerd te zijn aangaande het bedrag, dat jaar
lijks door de kredietnemer zal kunnen worden
afgelost. Mede aan de hand hiervan kan de
looptijd van de lening worden vastgesteld.
Als gevolg van het feit, dat de overname van
landbouwbedrijven als regel voor een belang
rijk gedeelte met vreemd vermogen wordt ge
financierd, zal bij de beginnende boeren vaak
behoefte bestaan aan leningen met een lange
looptijd. Om zoveel mogelijk aan deze behoefte
tegemoet te kunnen komen, heeft het bestuur
van de Centrale Bank goedgekeurd, dat voor
de overname van landbouwgronden tegen over
dracht van de bedrijfsinventaris financieringen
worden verstrekt met een langere looptijd dan
tot dusverre werd toegestaan.
Normaal geldt voor de looptijd van kredieten
en voorschotten, verstrekt tegen eigendoms
overdracht van een rundveestapel, een maxi
mumtermijn van 10 jaar en bij overdracht van
werktuigen een maximumtermijn van 5 jaar
Deze maxima gelden thans dus niet meer voor
financieringen, die worden gevraagd voor het
overnemen van landbouwbedrijven. Voor zover
de zekerheid daarbij wordt gevonden in de
overdracht van een rundveestapel met bijbe
horend jong vee, is de maximumtermijn thans
gesteld op 20 jaar. Bij de overdracht van dode
inventaris is de maximumtermijn verlengd tot
10 jaar, mits de jaarlijks verplichte aflossing
niet kleiner is dan het bedrag, dat jaarlijks be
hoort te worden afgeschreven.
15