den toegekend aan de technisch-economische voorlichting. Het is met name deze vorm van voorlichting waarmede de Rijkslandbouwvoor- lichtingsdienst het bedrijfsleven behulpzaam kan zijn. Uitbreiding van de activiteiten van het georganiseerde bedrijfsleven op het terrein van de technisch-economische voorlichting moet worden toegejuicht. Een en ander moet worden gesteund door adequaat onderzoek en onderwijs. Bij beide zal veel aandacht moeten worden besteed aan so ciaal-economische en bedrijfseconomische vraagstukken in het licht van de voor de toe komst aan de landbouw te stellen eisen. Bij diverse onderzoekingsinstellingen zal aan het vraagstuk van de verbetering van de kwali teit van het land- en tuinbouwprodukt, waarbij bewarings-, verwerkings- en verpakkingspro blemen een grote rol spelen, de hoogste priori teit dienen te worden toegekend. Kredietverlening In de nota van het Landbouwschap is er indertijd op gewezen, dat de noodzakelijke ver hoging van de arbeidsproduktiviteit in de land bouw slechts kan worden verkregen door om vangrijke investeringen in werktuigen en machi nes, in moderne bedrijfsgebouwen en in de outillage van deze gebouwen. De landbouw ondernemer zal met het oog op de stijgende kapitaalbehoefte in toenemende mate kapitaal moeten aantrekken van derden. De minister acht het in dit verband van groot belang, dat het bankwezen in staat zal zijn in de toekomst voldoende vreemd vermogen ter beschikking van de landbouw te stellen in een vorm en van een hoedanigheid, die bij de toekomstige behoeften zullen passen. Ten aanzien van de kredietcapaciteit van het landbouwkredietwezen zijn er tekenen, die in dit opzicht, naar het oordeel van de minister, een zeker optimisme rechtvaardigen. De con clusie, waartoe de Commissie Landbouwkrediet indertijd reeds kwam, namelijk dat zich tot 1967 geen duidelijke spanning tussen de totale vraag en het totale aanbod van financieringsmiddelen liet verwachten, lijkt thans nog Iets waarschijn lijker dan destijds. Dit is vooral het gevolg van het feit, dat de boerenleenbankbesparingen zich, mede door inlagen uit de niet-agrarische sector, op een aanmerkelijk hoger niveau zijn gaan be wegen, dan voornoemde commissie had aan genomen. Op dit punt acht de minister dan ook geen bijzondere overheidsmaatregelen nodig. Hoewel de financiering gezien de be staande kredietmogelijkhedennaar het oor deel van de bewindsman geen knelpunt zal vor men voor de doorvoering van noodzakelijke aanpassingsprocessen, is toch reeds eerder besloten het Borgstellingsfonds voor de Land bouw wat meer armslag te geven door de draag kracht van dit fonds te vergroten. Door het op lossen van problemen op het gebied van de zekerheidstelling heeft het Borgstellingsfonds er reeds in hoge mate toe bijgedragen, dat de goede ondernemers in het algemeen in staat zijn voor verantwoorde investeringen de nodige financieringsmiddelen aan te trekken. De minister merkt overigens nog op, dat de financieringsproblematiek met betrekking tot de verbetering van bedrijfsgebouwen speciale aan dacht vereist. Met belangstelling worden de conclusies afgewacht van de commissie, die ter bestudering van het boerderijenvraagstuk door het Landbouwschap is ingesteld. Ontwikkelings- en Saneringsfonds Een snelle voortgang in de verbetering van de externe produktieomstandigheden door mid del van ruilverkavelingen en door gemeente- en waterschapswerken is geboden, teneinde mede hierdoor de vereiste vergroting van de effi ciëntie van het agrarische produktieapparaat in een voldoende snel tempo tot stand te helpen brengen. Hierbij komt aan het op te richten Ont wikkelings- en Saneringsfonds voor de Land bouw een grote betekenis toe. Het spreekt van zelf, dat eventuele bedrijfsbeëindiging op vol strekt vrijwillige basis dient plaats te hebben. Een doelmatig samenspel van ruilverkave- lings- en voorlichtingsautoriteiten met het Ont wikkelings- en Saneringsfonds voor de Land bouw en de Stichting Beheer Landbouwgronden zal bedrijfsvergroting kunnen bevorderen; de afvloeiing uit de landbouw kunnen stimu leren; nationaal ongewenste produktie-uitbreidingen kunnen helpen indammen; 13

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 15