en de overheid te voeren landbouwbeleid, n.l.
„het bevorderen van een zo doelmatig mogelijk
op de markt georiënteerde, efficiënt georgani
seerde bedrijfstak, die aan de agrarische be
roepsbevolking een redelijke bestaansbasis
kan bieden, en die zowel in economisch als
sociaal opzicht een stuwend element vormt voor
een harmonische ontplooiing van de gehele
Nederlandse samenleving".
Ten aanzien van de beleidsinstrumenten de
middelen om het gestelde doel te bereiken
betoogt de minister vooral, dat de speelruimte
voor de Nederlandse overheid ter verwezen
lijking van de tweede doelstelling n.l. het
bevorderen van een redelijke bestaansmoge
lijkheid door middel van een nationaal markt
en prijsbeleid aanmerkelijk wordt beperkt door
de voortgang in het gemeenschappelijk land
bouwbeleid van de E.E.G.
Binnen het kader van de door de Europese
Commissie ontwikkelde conceptie van het ge
meenschappelijk markt- en prijsbeleid zal er
voor gezorgd dienen te worden, dat het prijs
niveau in de gemeenschap op een verant
woord economisch niveau wordt vastgesteld.
Zou dit niet geschieden, dan moet immers wor
den verwacht, dat er van een betere interne
arbeidsverdeling in de huishoudingen van de
E.E.G.-landen weinig of niets terecht komt.
Het nationale landbouwbeleid zal zo be
toogt de minister minder kunnen worden ge
richt op een markt- en prijsbeleid en meer
moeten worden verschoven naar een structuur
beleid. Met een landbouwstructuurbeleid wordt
in dit verband beoogd onder volledig be
houd van de eigen verantwoordelijkheid en
zelfwerkzaamheid van het bedrijfsleven de
gunstige omstandigheden te helpen scheppen
voor een versterking van de concurrentiepositie
van de landbouw door verhoging van de pro-
duktiviteit per agrarische werker, waarbij even
wel gelijktijdig zoveel mogelijk een vergroting
van de nationale produktieomvang vermeden
dient te worden voor die produkten, waarvoor
de marktvooruitzichten een expansie minder ge
wenst doen zijn.
Beleidsinstrumenten
Wanneer men nu nagaat welke concrete maat
regelen door de overheid zullen worden getrof
fen waardoor de stelling kan worden verwezen
lijkt, dat de overheid voor de aanpassingen een
gunstig klimaat wil scheppen, dan bevat de
nota van de minister weinig nieuws. Weliswaar
verklaart de bewindsman actief bij te willen
dragen, met name ook op die terreinen waar
bedrijfsgenoten individueel en ook als groep
hiertoe zelf niet in staat zijn, doch bij herhaling
wordt ook gesteld evenals trouwens in de
nota van het Landbouwschap dat de primaire
verantwoordelijkheid voor de produktie, de kwa
liteit, de onderhandelingen, de samenwerking
en voor de snelle aanpassing, bij het bedrijfs
leven zelf ligt. Men kan zich in dit verband af
vragen waar dan de taak en verantwoordelijk
heid van de overheid voor de versterking van
de concurrentiekracht begint.
Als beleidsinstrumenten als middelen om
de doelstellingen van het landbouwbeleid te rea
liseren noemt de minister een doeltreffende
voorlichting en cultuurtechnische verbeteringen
een en ander gesteund door onderzoek en
onderwijs alsmede het beschikbaar stellen
van bijzondere kredietgaranties in die gevallen
waarin de zekerheidstelling een knelpunt vormt
voor de financiering van bedrijfsverbeteringen.
Voorlichting
De dynamiek van de moderne maatschappij
roept vele vraagstukken op, die de relatie ge-
zinshuishouding-bedrijfshuishouding, of de con
tinuïteit van de bedrijfshuishouding betreffen en
vaak een aanpassing van de mentaliteit van de
agrarische bevolkingsgroep vereisen. Het is dan
ook van het grootste belang, dat op deze ter
reinen aan de betrokkenen op passende en
doelmatige wijze voorlichting kan worden ver
strekt. Met name zal de agrarisch-sociale en de
sociaal-economische voorlichting hierbij in een
grote behoefte kunnen voorzien.
Bij het inhoud en vorm geven aan deze voor
lichting ligt in de eerste plaats een taak voor
het georganiseerde bedrijfsleven. De taak van
de overheid hierbij is stimulerend, aanvullend
en coördinerend.
Naast de zojuist genoemde vormen van voor
lichting moet, met het oog op de noodzakelijke
aanpassingen, vooral ook grote betekenis wor-
12