De najaarsringvergaderingen Ook in 1962 kenmerkten de najaarsringverga deringen zich door de geanimeerde discussies met betrekking tot de voor 1963 vast te stellen debet- en creditrentepercentages en de pro visietarieven. Het grote nut, dat deze vergade ringen voor onze organisatie afwerpen, is we derom duidelijk naar voren gekomen. Voor de Centrale Bank ontstaat de gelegenheid om de achtergronden van de gegeven rente-adviezen uitvoerig toe te lichten, zulks mede aan de hand van de gestelde vragen. Aan de aangesloten banken wordt op deze wijze inzicht gegeven in de veelheid van factoren, welke bij de over wegingen ten aanzien van de te adviseren rentepercentages in aanmerking genomen dienen te worden en welke wij reeds in het decembernummer van de Raiffeisen-Bode op bladzijde 470 in het kort vermeldden. Voorts bestaat voor de aangesloten banken de mogelijkheid om bestaande problemen en heersende inzichten ter tafel en in discussie te brengen. De uit deze discussies naar voren ge komen conclusies en adviezen werpen onge twijfeld hun nut af bij het te voeren beleid. Liquiditeit In het bijzonder stonden bij de discussies de problemen rondom de liquiditeit van de aange sloten banken individueel en gezamenlijk in de belangstelling. Zo mogen billijke voorwaarden, welke bij de hypotheekverstrekking door de aan gesloten banken worden toegepast, er niet toe leiden, dat het totaal dezer uitzettingen een dusdanige grootte aanneemt, dat de liquiditeit onzer organisatie in gevaar komt. Indien een aantrekking van de rente ter afremming der aanvragen plaatselijk bezwaren medebrengt, zal toch een bepaalde selectie bij de aangevraagde posten veelal noodzakelijk zijn. Differentiatie? In dit verband werd op enkele vergaderingen de vraag gesteld of een gedifferentieerde debet rente naar agrarische en niet-agrarische posten overweging verdiende. Het advies van de Cen trale Bank houdt een dergelijke differentiatie niet in. Mogelijk kan bij enkele der aangesloten banken nog zonder overwegend bezwaar een onderscheid in debetrente worden gemaakt naar agrariërs en niet-agrariërs, maar bij verreweg het merendeel der banken zal zulks niet het ge val zijn, hetgeen ons inziens wel door de gelui den uit de ringvergaderingen werd bevestigd. De raiffeisenbanken/boerenleenbanken dienden door de ontsluiting van het platteland en de annexatie van landbouwgronden, alsmede door de allerwegen bestaande concurrentie, alle bankzaken te verrichten, hetgeen er mede toe heeft bijgedragen dat het aantal niet-agrarische spaarders zich sterk heeft uitgebreid. De niet- agrarische cliënten en in hoofdzaak de midden standers zijn een belangrijk deel van de basis der aangesloten banken gaan vormen. Bij ener zijds een gelijke waardering voor de gedepo neerde spaargelden is het speciaal voor de dorpsbanken en de banken in de semi-stede- lijke sfeer moeilijk om anderzijds bij de debet rente te differentiëren. Voorts hebben niet al leen alle leden gelijke rechten, maar rijst boven dien de vraag of, en zo ja waar, een grens tussen agrariërs en niet-agrariërs valt te trekken (dorpssmid, melkhandelaar enz.). De vraag of het overweging verdient om alleen voor nieuwe posten een bepaalde rente verhoging toe te passen, moeten wij ontken nend beantwoorden. Tot een verhoging van de rente, alleen geldend voor nieuwe posten, wordt alleen geadviseerd bij tussentijdse wijzigingen, indien het wenselijk is voor de rest van het lopende jaar renteverhoging bij bestaande pos ten te vermijden; voor een blijvende differen tiatie van de rente op basis van de verstrek kingsdatum achten wij geen steekhoudende mo tieven in onze organisatie aanwezig. Goede service In de spaargeldsfeer kwam nog eens duide lijk naar voren, dat talrijke instellingen naar de gunst van de spaarder dingen. Verheugend was het te mogen constateren, dat algemeen werd ingezien dat een verhoging der spaargeldrente, al of niet in navolging van de plaatselijke mede gegadigden voor de spaargelden, niet gewenst was, doch dat een goede serviceverlening, mede tot uitdrukking komende in een voldoende aan tal zittingsuren, een eis van deze tijd is. Spaargelden op termijn Met betrekking tot de spaargelden op termijn kwam de vraag naar voren of de door de Cen- 9

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 11