bankfilialen gevestigd zijn, zullen dan per auto vrijwel onbereikbaar worden door gebrek aan parkeergelegenheid. Men moet daarbij uitgaan van de regel, dat een automobilist ten hoogste 400 meter wil lopen als hij op die afstand zonder enige moeite een parkeergelegenheid kan vin den en anders nog liever 5 minuten verder rijdt wanneer hij daar wel zijn auto bij de bank kan parkeren. Dr. Blom verwacht, dat in de toekomst bankkantoren zullen ontstaan op plaatsen, die in het bijzonder goed bereikbaar zijn voor automobilisten. De actieradius van een per auto bereikbaar kantoor is vrij groot; tot ongeveer een afstand van 10 minuten autorijden. Opeenhoping van bijkantoren zal men bovendien gaan ver mijden. Iedere bank zal voor zichzelf „een eigen plaats" met een parkeerterrein zoeken. Deze ontwikkeling meent dr.Blom ook bij de supermarkets te kunnen be speuren. Wij willen aan deze interessante beschou wingen van dr. Blom graag een kort com mentaar verbinden; een commentaar ge schreven vanuit het gezichtsveld van onze Raiffeisenorganisatie. Eerst moet dan worden opgemerkt, dat het bezit van een grote categorie „klanten met auto's" voor de handelsbank in het algemeen zeer begerendswaardig is. Onze banken be wegen zich voor een groot deel in de een voudige milieu's, zowel bij het aantrekken van middelen als bij het uitlenen daarvan. Dat neemt echter niet weg, dat in de toe komst de auto inderdaad tot een meer alle daags gebruiksvoorwerp wordt en dan is er zeker reden, dat ook onze banken bij de keuze van de vestigingsplaats van nieuwe bankkantoren rekening houden met de toe nemende behoefte aan parkeerruimte. Het komt ons voor, dat het gewenst is in dit op zicht te streven naar een goede harmonie. De centrale punten in steden en dorpen, waar veel „voetwerk" is, zullen niet voetstoots kunnen worden verlaten indien zij weinig mogelijkheden tot parkeren bieden. In de keuze van nieuwe vestigingspunten daaren tegen verdient het stellig aanbeveling met de aanwezigheid van parkeerruimte rekening te houden. Daarnaast zal het pakket van diens ten, dat door onze banken wordt aangeboden, evenwichtig moeten worden samengesteld en zal aan de kwaliteit van de diensten hoge eisen moeten worden gesteld. De aanpassing, die reeds een aantal jaren in volle gang is, zal moeten voortgaan, want de ontwikkeling dwingt daartoe. Door welvaartstoeneming is de behoefte aan bankdiensten groter ge worden. In deze behoefte zullen wijzelf ter plaatse zo goed mogelijk moeten voorzien en de ervaring leert, dat dit ook kan. Enkhuizen Onze bank te Enkhuizen bereikte de 8 miljoen aan spaargelden. Dit gebeurde op donderdag 15 november met het ledigen van de spaarpot van de 5-jarige Simon Stelling. De week daarop kwam de kleuter met zijn moeder naar de bank, hiertoe uitgenodigd door de bestuurscolleges. Simon kreeg van de voorzitter van het be stuur, de heer W. Groot, een extra bijschrij ving van 100,op zijn spaarbankboekje. Maar wat hem nog geestdriftiger maakte was een gloednieuwe autoped, versierd met de Raiffeisenfietswimpel. 499

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 37