Financieel overzicht In het zicht van de jaarwisseling kan worden vastgesteld dat de toestand op geld en kapitaalmarkt gekenmerkt wordt door het ontbreken van spanningen. Noch ten aanzien van de kredietverlening, noch met betrek king tot de rentestand of de betalingsbalans doet zich een ontwikkeling voor welke ook maar enigszins zou kunnen duiden op een dreigende verstoring van het evenwicht. In overeenstemming met de economische ont wikkeling voltrekt zich thans alles in de financiële sector binnen uiterst kalme banen, afgezien van de bijzondere druk, door het feestseizoen teweeggebracht. De positie van de gulden is gezond, de schatkist slaagt er zonder enige inspanning in voldoende liquiditeit bij de Nederlandsche Bank te handhaven en het bankwezen is er zelfs in geslaagd de kredietverlening binnen de normen te houden, die door de Neder landsche Bank zijn voorgeschreven met het oogmerk een kredietoverspanning te voor komen. De uitbreiding van de kredietverlening moet in beginsel binnen de perken blijven,die worden aangegeven door de groei van het nationale inkomen. Zoals men weet is dat tot het najaar niet gelukt en was gedurende een groot gedeelte van 1962 dientengevolge de deponering van een z.g. strafdeposito bij de Centrale Bank door die banken, die het hun getolereerde kredietplafond overschreden, vereist. Daaraan is sedert een paar maanden een einde gekomen en dat is voor de Neder landsche Bank aanleiding geweest, de mone- tair-politieke teugels geleidelijk te laten vieren. Kasverplichting verlaagd Het kan in zekere zin als een compliment en een bewijs van goed gedrag voor de ban ken worden beschouwd, dat de leiding van de Nederlandsche Bank bereid is geweest tot een geleidelijke verlaging van het z.g. kas- reservepercentage, dat de banken verplicht zijn tegenover de aan hun toevertrouwde middelen bij de circulatiebank aan te houden. In de maand november is dit percentage andermaal met een punt verlaagd tot 5 °/o. In dit verband brengen wij in herinnering dat het kasreservepercentage op 22 januari van 6 tot 8 werd verhoogd, waarmee een einde kwam aan de liquiditeitssteun, die de Nederlandsche Bank de geldmarkt tijdens de jaarultimo had verleend. Een andere ver zwaring is geweest de verlaging van de ge oorloofde toenemingvan de kredietverlening, waarvoor de stijgingsnorm met ingang van 1 januari 1962 van 1 °/o tot V2 per maand werd teruggebracht. Vervolgens werd, uit sluitend met het doel ruimte te scheppen voor de storting op de staatslening,het kasreserve percentage in de periode maart/april van 8 °/o tot 6 °/o verlaagd, om hierna weer per 24 april tot het oude niveau van 8 °/o te worden hersteld. Allengs verzachte de Nederlandsche Bank hierna haar greep op de geldmarkt. De kas- reserveperioden van juli/augustus en augus tus/september werden, zoals men zich her inneren zal, samengevoegd teneinde de banken grotere armslag te verschaffen. De overneming van de K.L.M.-promessen tot een bedrag van rond 125 miljoen, de helft van het Amerikaanse krediet aan onze natio nale luchtvaartmaatschappij, was aanleiding tot een verlaging van de verplichte kasdek- king van 8 tot 7 Daarop werd het percentage op 24 september nogmaals met 1 °/o verlaagd, terwijl zoals reeds opgemerkt een verdere verlaging in de thans afgesloten maand heeft plaats gehad, welke de ver plichte dekking tot slechts 5 °/o verminderde. Hierdoor verminderde de vereiste gemiddel de dekking van circa 450 miljoen tot circa 375 miljoen. Incidentele verlichting Indien men zou veronderstellen dat het vieren van de teugels ten aanzien van de geldmarkt als een aanwijzing valt op te vat ten, dat de Nederlandsche Bank daarmee conjunctuurpolitiek bedrijft, zou men de plank volkomen misslaan. Het is louter haar bedoeling de positie van de banken te ver- 486

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 24