Bovendien kan deze sector zich verheugen in
een steeds toenemende vraag, als gevolg van
meer welvaart en verandering in consumptie
gewoonten. Daar komt dan nog bij en dat
is een grote verdienste van onze nationale
tuinbouw dat de producenten zelf er,
beter dan in de akkerbouw- en in de vee
houderijsector, in zijn geslaagd om het aan
bod enigermate aan te passen aan de koop
krachtige vraag. Door een stelsel van
erkenningen en teeltregelingen heeft men de
produktie in toom weten te houden. De
erkenningsregeling sinds enkele maanden
gehanteerd door het Landbouwschap be
paalt wie bevoegd is b.v. de groenteteelt of
de bloembollenteelt uit te oefenen. De
teeltregeling bepaalt welke oppervlakte men
van bepaalde produkten mag telen. Mede in
verband met het feit dat niet ieder volledig
van het teeltrecht gebruik maakte en boven
dien dit teeltrecht een gezonde expansie in
de weg kan staan, zijn inmiddels de meeste
teeltregelingen afgeschaft. Waar deze nog
wel van toepassing zijn, wordt overigens uit
breiding toegestaan;zo werd nog dezer dagen
besloten de oppervlakte teeltrecht voor de
bloemkwekerij voor het jaar 1963 uit te
breiden, en wel met 7 °/o voor bestaande be
drijven, terwijl 3 °/o van het totale teeltrecht
beschikbaar komt voor bedrijven van be
ginnende kwekers. Overigens is men van
mening, dat de erkenningsregeling onder de
huidige omstandigheden reeds voldoende
waarborg vormt voor een goede uitoefening
van het bedrijf en een globale beheersing van
het areaal.
Veilplicht handhaven?
Behalve via de erkenningsregelingen en
voor een aantal produkten via het teelt
recht weet de tuinbouw ook nog op andere
wijze het aanbod aan te passen aan de koop
krachtige vraag en bovendien het aanbod te
bundelen, zulks in tegenstelling tot de elkaar
dikwijls op de markt beconcurrerende land
bouwbedrijven. Via de veilingen worden de
produkten in het openbaar bij opslag ver
kocht aan de meest biedende. De leden van
de veiling zijn verplicht hun produkten via
dit kanaal te verkopen. In de crisistijd werd
deze levering ook voor de niet-leden ver
plicht gesteld. Deze z.g. publiekrechtelijke
veilplicht is de laatste maanden in discussie
geweest. Er zijn voor- en tegenstanders van
een verlenging van de wettelijke verplichting
tot veilen van tuinbouwprodukten.
Ongetwijfeld heeft de veilplicht in het
verleden goed gewerkt. De sterke concen
tratie van het aanbod en de vraag was van
groot belang voor de prijsvorming. Aan de
andere kant is de monopoliepositie van de
veiling evenwel in sterke mate beknot door
dat deze b.v. niet mag optreden als handelaar
of verwerker van groente en fruit. Deze in
de publiekrechtelijke verordening opgelegde
beperking voor de veiling om zelf actief te
zijn bij de afzet van de produkten wordt als
een knellende band gevoeld. Men kan zich
daardoor onvoldoende instellen op en ge
bruik maken van nieuwe mogelijkheden op
het terrein van de afzet en verwerking, welke
mogelijkheden mede verband houden met
wijzigingen in consumptiegewoonten en
distributiemethoden.
Dezer dagen is gebleken dat, althans in het
Bestuur van het Produktschap voor Groenten
en Fruit, dat deze materie regelt, nog geen
meerderheid kan worden gevonden voor af
schaffing van de veilplicht, hoewel de telers
vertegenwoordigers deze zouden willen be
ëindigen.
Betekenis tuinbouw
Zonder financiële overheidssteun slaagt de
tuinbouw er in zich tot een steeds belang
rijker wordende tak van onze agrarische
bedrijvigheid te ontwikkelen. Dit blijkt o.m.
duidelijk uit de uitvoercijfers, die in de af
gelopen drie jaar het volgende beeld ver
tonen (in miljoenen guldens):
1959 1960 1961
Akkerbouw 690 664 671
Veeteelt 2098 2255 2107
Tuinbouw 870 942 1014
477