Kroniek van land- en tuinbouw
Het gist in de landbouw. Er valt een
groeiende ontevredenheid waar te nemen in
de kringen van de georganiseerde landbouw
en er wordt ernstige kritiek geuit op het
huidige beleid. De inkomenspositie van de
boer verslechtert steeds verder, de schulden
last wordt bij de dag zwaarder. De gemengde
bedrijven verkeren in nood.
28,1 cent voor 5,1 miljoen liter kwam de hele
melkplas niet boven 26 cent. Bovendien zijn
vooral in de melkveehouderij de kosten sterk
gestegen ten gevolgevan klimatologische om
standigheden en een extra lange stalperiode.
Daar komt dan ook nog bij, dat inmiddels
ook de rundvleesprijzen een scherpe daling
hebben ondergaan.
Regering: biedt hulp
Uiteraard heeft de georganiseerde land
bouw de benarde situatie van de gemengde
bedrijven meermalen onder de aandacht van
de regering gebracht. Niet alleen bij de met
de zaken van de landbouw belaste bewinds
man, maar bij een delegatie van enkele
ministers, heeft het landbouwschap met klem
aangedrongen op maatregelen ter voorzie
ning in de in vele gezinnen ontstane nood.
Bepleit werd een toeslagregeling ter aan
vulling op de totaal onvoldoende inkomens
vorming en een kredietregeling waardoor de
zwaar drukkende last van kortlopende schul
den zou kunnen worden omgezet in lang
lopende, renteloze, leningen.
De regering heeft thans een aantal maat
regelen getroffen, welke beogen enerzijds in
de acute noodsituatie van vele financieel
zwakke bedrijven te voorzien en anderzijds,
op langere termijn, een sanering te bewerk
stelligen van een aantal onder de huidige
omstandigheden niet levensvatbaar te achten
bedrijven.
Versterking Borgstellingsfonds
Allereerst zullen de huidige liquiditeits
moeilijkheden van de gezonde bedrijven
kunnen worden overwonnen via Ket verrui-
positie gemengde bedrijven op zandgronden zorgwekkend, inkomensderving voor pluim
veehouders van f 100 miljoen.
hulp in acute noodsituatie via Borgstellingsfonds;
Ontwikkelings- en Saneringsfonds verleent renteloze voorschotten aan financieel zwakke
bedrijven en geeft premie bij beëindiging niet levensvatbare bedrijven;
nieuwe ruk aan de bel ter verhoging garantieprijzen;
65 miljoen meer voor de melk; nieuwe beleidsopzet legt meer verantwoordelijkheid bij
bedrijfsleven.
Onrust
Toch lijkt het niet rechtvaardig de be
narde situatie geheel te wijten aan tekort
komingen in het landbouwbeleid. Weliswaar
blijkt uit rentabiliteitsgegevens, dat het land
bouwbeleid er in de achterliggende jaren
niet in geslaagd is de inkomensontwikkeling
gelijke tred te doen houden met de ontwik
keling buiten de landbouw, integendeel
we komen daar nog nader op terug maar
de moeilijkheden van de gemengde bedrijven
zijn mede veroorzaakt door een complex van
factoren, die elk afzonderlijk min of meer tot
het normale bedrijfsrisico kunnen worden
gerekend. Dit jaar hebben al deze factoren
evenwel in ongunstige zin gewerkt, waardoor
het cumulatief effect veel zwaarder is ge
worden dan door de bedrijven kon worden
gedragen. Kostenstijgingen vielen samen met
prijsdalingen voor de specifieke produkten
van het gemengde bedrijf: eieren, slacht-
pluimvee en varkens. Voor de pluimvee
houder betekende dit een inkomensderving
van rond 100 miljoen. Ook de melk een
belangrijke inkomstenbron voor dit bedrijfs-
type bracht minder op. Weliswaar is de
opbrengstprijs van de industriemelk gestegen
van 17,85 cent in 1960/1961 tot 18,75 cent in
1961/1962, maar het effect van deze betere
valorisatie ging geheel verloren door de
wassende melkstroom. Bij een garantie van
421