ren is, en er bovendien grote sociale pro
blemen medespelen.
Het ligt overigens in de lijn der ontwikke
ling dat de landbouwproduktie in de Euro-
markt zal groeien, met name ook van voe
dingsmiddelen, waarbij de mogelijkheid niet
denkbeeldig is, dat de in enkele sectoren van
de landbouw reeds voorkomende symptomen
van overproduktie zich ook tot andere secto
ren zullen uitbreiden. Weliswaar zal in over
eenstemming met de bevolkingstoename en
de economische groei in de Euromarkt (die
echter langzamerhand aan intensiteit inboet)
de koopkracht en dus ook de vraag naar
landbouwprodukten toenemen; het zal echter
zeer de vraag zijn of daarvan een voldoend
opnemingsvermogen zal uitgaan, respectie
velijk of er voldoende commerciële export
mogelijkheden (dus afgezien van eventuele
hulpverleningstransacties) buiten de E.E.G.
zullen bestaan, om ten aanzien van een
aantal landbouwprodukten overproduktie te
kunnen voorkomen.
Voor de rest van de wereld (inclusief de
ontwikkelingslanden) blijft het in dit ver
band de belangrijke vraag of, en zo ja, in
hoeverre de Euromarktlanden, als groep, op
landbouwgebied minder protectionistisch zul
len zijn dan zij individueel waren.
Is de Euromarkt in haar huidige samen
stelling van zes landen reeds de grootste im
porteur ter wereld van bepaalde categorieën
landbouwprodukten, dit zou nog- veel sterker
worden geaccentueerd na toetreding van
Engeland alsmede, eventueel, van andere
Westeuropese landen. De verantwoordelijk
heid van de Euromarkt ten aanzien van de
wereldhandel zou daardoor nog ten zeerste
worden vergroot. Deze ontwikkeling zou,
gezien ook in het licht van de bestaande
wereldpolitieke verhoudingen, noodzakelij
kerwijs tot een versnelde aanpak van het
probleem van de wereldhandel in landbouw
produkten moéten leiden.
Aanwijzingen dat men in dit opzicht ook
weer niet al te pessimistisch behoeft te zijn,
zouden o.a. aan de volgende E.E.G.-gegevens
kunnen worden ontleend:
1. de waarde van de totale import (alles,
waaronder ook landbouwprodukten, in
begrepen) door de Euromarkt uit de rest
van de wereld is gestegen van 16.156 mil
joen dollar in 1958 tot 20.453 miljoen
dollar in 1961
2. weliswaar is de Euromarkt in haar ge
heel voor een beperkt aantal landbouw
produkten relatief onafhankelijker ge
worden van de rest van de wereld, doch
voor alle landbouwprodukten tezamen
heeft de Euromarktinvoer in de loop der
laatste jaren een stijgende lijn vertoond.
Zo is de waarde van de invoer van land
bouwprodukten in de Euromarkt gestegen
van circa 3,6 miljard dollar in 1953 tot
circa 5 miljard dollar in 1 958/59.
De Coöp. Raiffeisenbank „Stellendam en Goedereede", Adrianastraat 1
te Stellendam Ctel. 01879-272)
BIEDT TE KOOP AAN Bronzen letters (25 x 16 cm)
vormende de naam COO'P. BOERENLEENBANK
460