en goedkopere landbouwproduktie (zoals ons land). Hiermede hangt ook ten nauwste samen de kwestie van overproduktie en sur- plusvoorraden in bepaalde landbouwsecto ren, waarmede de landen met specifieke landbouwexport (met name ook ons land) al reeds enige tijd worden geconfronteerd. Handel in landbouwprodukten binnen de Euromarkt. Mate van zelfvoorziening door de Euromarkt In 1959, toen de Euromarkt reeds in het beginstadium van haar realisatie verkeerde, werden tussen de Euromarktlanden onder ling landbouwprodukten verhandeld tot een totale waarde van 1271 miljoen dollar, met Nederland, Frankrijk en Italië als de voor naamste exporteurs, en West-Duitsland als de voornaamste importeur. De nadien nog gerealiseerde verlagingen van de douaneta rieven voor de handel in landbouwprodukten binnen de Euromarkt, hoewel helaas nog vrij ver ten achter gebleven bij die voor de handel in industriële produkten, dragen niet weinig bij tot een verdere uitbreiding van het handelsvolume op landbouwgebied binnen de Euromarkt. Omtrent de verdere ontwikkelingen is op dit moment overigens moeilijk iets steek houdends te zeggen, vooral met het oog op de eventuele toetreding van andere West- europese landen, inzonderheid ook Engeland, tot de Euromarkt. Vermeldenswaard is nog wél, dat in de afgelopen 10 jaren de Euromarktlanden, als groep, meer dan 90 °/o van hun totale voed- selbehoeften zélf hebben kunnen produceren, terwijl hun produktie van aardappelen, groenten, varkensvlees, kaas en boter (soms al meer dan) voldoende was voor de bevre diging van hun totale behoeften aan die artikelen. Handel in landbouwprodukten tussen de Euromarkt en de rest van de wereld In 1959 bedroeg de waarde van de handel in landbouwprodukten tussen de Euromarkt en de rest van de wereld ongeveer 6649 mil joen dollar, waarvan door de Euromarkt voor 4992 miljoen dollar werd geïmporteerd en voor 1657 miljoen dollar geëxporteerd. Daarbij was, evenals bij de handel in land bouwprodukten binnen de Euromarkt, West- Duitsland weer de voornaamste importeur, terwijl Nederland, Frankrijk en Italië weer het grootste deel van de exporten voor hun rekening namen. Echter was Nederland daar bij het enige Euromarktland dat traditioneel meer exporteerde dan importeerde. Alle overige Euromarktlanden importeerden meer dan zij exporteerden en in dit licht moet de Euromarkt worden beschouwd als de grootste importeur van landbouwprodukten in de wereld, met name wat betreft katoen, tabak, voedergranen, vetten en oliën. Daarbij nam de Euromarkt b.v. ongeveer V3 op van alle Amerikaanse commerciële landbouwexpor- ten. Dit verklaart mede de grote interesse van de zijde der U.S.A. voor de ontwikke lingen in de Euromarkt, temeer nu ook En geland, de grootste individuele importeur van landbouwprodukten ter wereld, mogelijk tot de Euromarkt zal toetreden. Slotbeschouwing De reeds doorgevoerde en nog te ver wachten verdere geleidelijke opheffing van de tolmuren voor de handel in landbouw produkten binnen de Euromarkt, zal de reeds toegenomen concurrentie tussen de Euro marktlanden onderling nog verder verscher pen. Hiervan zullen zonder twijfel impulsen uitgaan tot een meer doelmatige organisatie van produktie en afzet, in het bijzonder ook in dié Euromarktlanden die in dat opzicht (soms belangrijk) achtergebleven zijn, vooral in vergelijking met ons land, waar de pro- duktiekosten en het prijspeil in de landbouw dan ook het laagst zijn. De kracht van die impulsen zal echter voor een groot deel mede bepaald worden door de hoogte van de prijssteun. Een extra-moei lijkheid hierbij is echter weer, dat de kwestie van de prijssteun onmogelijk uitsluitend en alleen op economische gronden kan worden benaderd, omdat de landbouw nu eenmaal één van de kwetsbaarste economische secto- 459

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 45