T uinbouwwerkbijeenkomst In zijn inleiding wees ir. Van den Hoek er op, dat de tuinbouw zich in ons land in de jaren na de oorlog zeer sterk heeft ontwik keld. De oppervlakte grond in gebruik bij de tuinbouw 6 van de cultuurgrond is nagenoeg gelijk gebleven, maar de produk- tiewaarde is van 1950 tot 1960 ruim verdub beld, nl. van 500 miljoen tot 1,1 miljard. Deze waarde is thans even hoog als in de akkerbouw, die 20 van de cultuurgrond in gebruik heeft. De ontwikkeling van de tuinbouw is niet voor al haar geledingen gelijk. Het areaal onder glas is aanzienlijk gestegen, nl. van 1800 ha in 1946 tot ruim 4000 ha in 1960. De oppervlakte fruit is in de loop der jaren afgenomen, maar de opbrengst is niet ge daald, doch eerder toegenomen. De bloem bollenteelt heeft zich van 19461960 met circa 50 uitgebreid. Tuinbouw in Friesland In vergelijking met de landelijke ontwik keling is in Friesland eenzelfde tendens aan wezig geweest, maar niet zo sterk als de landelijke uitbreiding. De produktiewaarde van de tuinbouw in Friesland kan geschat worden op 17 miljoen, dit is 1,5 van de landelijke produktiewaarde. In gebieden, waar de tuinbouw zich op een natuurlijke wijze ontwikkelt, is veelal een aantal omstandigheden aanwezig, die deze ontwikkeling mogelijk maken. Als zodanig kunnen genoemd worden: grond, klimaat, kwaliteit van het water en de waterhuishou ding. Verder zijn deze gebieden gekenmerkt door de aanwezigheid van een zo groot aan tal bedrijven, dat van een centrum gesproken kan worden, hetgeen voor afzet, organisatie, voorlichting, kredietverlening en toelevering- van groot belang is. Voor verschillende streken van Friesland zijn de eerstgenoemde factoren gunstig. De kwaliteit van het water in de Kleibouwstreek laat echter veelal wel te wensen over. Een uitgesproken tuinbouwcentrum is in Friesland niet aanwezig. In het gebied LeeuwardenHarlingen, met als middelpunt Berlikum, komt een belangrijke verdichting van de tuinbouwbedrijven voor. De ligging is echter verspreid, wat o.a. een gevolg is van het karakter van de Friese tuinbouw. Deze is voornamelijk verzorgend en gericht op de voorziening in het eigen gebied. Een symptoom hiervan is ook het grote aantal veilingen. Bij een verdere ontwikkeling en uitbreiding van de groenteteelt zal het van belang zijn, dat deze plaatsvindt in een ge bied, dat als centrum kan uitgroeien. Bevordering van de tuinbouw De rentabiliteit van de tuinbouw is gunstig. Het is niet verwonderlijk, dat er ook in Friesland veel belangstelling is ontstaan voor deze bedrijfstak. De belangstelling werd nog versterkt door het in werking treden van het besluit op de Bestrijding van de Aardappel moeheid. Vele bedrijven moesten omschake len, waarbij vooral voor de gardeniers moge lijkheden aanwezig waren. De veilingen in het gebied van de Klei bouwstreek zijn steeds actief geweest en heb ben op de mogelijkheden in deze sector ge wezen. Na de oprichting van het Ontwikkelings schap voor de Kleibouwstreek heeft dit schap veel aandacht besteed aan de tuinbouw, voor al ook, omdat men hierin een middel zag bevolkingsteruggang tegen te gaan. Door de provincie is een tuinbouwontwik- kelingsinstituut opgericht. Dit instituut stelt zich ten doel het verlenen van subsidies en garanties voor op te nemen kredieten, het Op 30 oktober werd in Zwartewegsend een tuinbouwwerkbijeenkomst gehouden voor de besturen van de Friese banken. In de morgenuren hielden de rijkstuinbouwconsulent in Frieslandir. A. P. van den Hoek en de heer B. Varekamp van de Centrale Bank. inleidingen over ..De tuinbouw in Friesland" en „De financiering van de tuinbouw"In de middaguren vond een geanimeerde discussie plaats over deze inleidingen. 440

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 26