S - Sparend Nederland +.5 2 3 2 3 23 35,4 Kanttekeningen bij de cijfers ln de maand september namen de credit- gelden toe met 24,0 miljoen. De krediet verlening en beleggingen in eigen kring alsmede de overige uitzettingen stegen met 22,5 miljoen. Evenals in de maanden mei tot en met augustus was de stijging van de creditgelden hoger dan de vermeerdering van de uitzettingen, zodat uit dezen hoofde geen beroep op de liquide middelen behoefde te worden gedaan. De debetsaldi in lopende rekening namen ook deze maand af, voor namelijk als gevolg van de verminderde kre dietbehoefte van zuivel- en suikerfabrieken. De post voorschotten onderging een stij ging van 23,6 miljoen, een bedrag dat lager is dan de toeneming in de voorgaande maan den. Van de overige uitzettingen namen de effecten toe met ƒ4,5 miljoen. Deze stijging is een gevolg van de toewijzing van de door de Centrale Bank uitgegeven deposito-obligaties. Blijkens het overzicht onder het hoofd Sparend Nederland waren de spaarover schotten in de maand september alleen bij de bij Utrecht en Eindhoven aangesloten banken lager dan in de overeenkomstige maand van 1961. Ook het totale spaaroverschot in de eerste negen maanden van 1962 ligt alleen bij deze banken lager dan in dezelfde periode van 1961. In oktober bedroegen de spaar overschotten bij de bij Utrecht en Eindhoven aangesloten banken respectievelijk 27,6 en 17,9 miljoen en bij de Rijkspostspaarbank 12,0 miljoen. Mutaties augustus Mutaties september Mutaties jan./september Saldo tegoed Tegoed in o van het c c V Sc c G V SC G G (U bc totaal u ho rt "c H _o m CJ Sc "5 1 G bc-~ u u H -o rc U. Cl, cu GO V Sc JS *G bc.S ti H -G 2. 33 c. co 1/1 30,9 1/1 30/9 1962 Utrecht 124,5 89,1 35,4 112,8 93,9 18,9 1108,9 921,7 187,2 3021,9 3209,1 27,6 27,3 Eindhoven 86,5 60,7 25,8 78,0 64,6 13,4 765,3 606,8 ■f 158,5 1797,4 1955,9 16,4 16,7 R.P.S. 96,4 70.6 25,8 79,9 66,7 13,2 806,6 613,9 192,7 2895,7 3088,4 26,5 26,3 Alg. Spaarb. 169,4 130,8 38,6 139,7 125,8 13,9 1506,0 1245,1 260,9 3219,0 3479,9 29,5 29,7 476,8 351,2 125,6 410,4 351,0 59,4 4186,8 3387,5 799,3 10934,0 11733,3 100,0 100,0 1961 Utrecht 114,6 79,2 110,9 84,0 26,9 1019,8 814,3 205,5 2658,9 2864,4 27,4 27,4 Eindhoven 74,8 51,4 23,4 75,2 58,9 16,3 683,8 522,8 161,0 1551,6 1712,6 16,0 16,3 R.P.S. 83,4 67,3 16,1 73,4 63,3 10,1 736,7 588,3 148,4 2646,4 2794,8 27,3 26,7 Alg. Spaarb. 159,3 130,0 29,3 137,3 125,7 U,6 1393,1 1137,6 +255,5 2841,4 3096,9 29,3 29,6 432,1 327,9 104,2 396,8 331,9 64,9 3833,4 3063,0 +770,4 9698,3 10468,7 100,0 100,0 439

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 25