Financieel overzicht
Belastingen en geldmarkt
De afgelopen maand heeft zoals de vorige
maal reeds werd besproken, nog geheel in
het teken gestaan van de zware betalingen
voor de vennootschapsbelasting en, in min
dere mate ook voor de inkomstenbelasting,
die aan de schatkist moesten geschieden.
Terwijl deze laatste echter veelal gelijkmatig
over de tweede helft van het jaar zijn ver
spreid, moet de voldoening van de voorlopige
aanslag der vennootschapsbelasting in de
maanden september/oktober plaatsvinden.
Men weet dat er van overheidswege naar is
gestreefd de spanningen op de geldmarkt, die
zich in voorgaande jaren zo hinderlijk deden
gevoelen, zoveel mogelijk te verminderen
door het bankwezen in de loop van het jaar
schatkistpapier te verstrekken, dat afliep in
deze periode van de belastingpiek.
Niettemin moeten grote bedragen in con
tanten zijn gestort zoals men kon afleiden uit
de sterke stijging van het tegoed, waarover
de schatkist bij de Nederlandsche Bank be
schikte. Op 1 oktober was het saldo van de
schatkist 390 miljoen, op 22 oktober rond
865 miljoen. Op 25 oktober kon aldus ge
makkelijk de driemaandelijkse belastingver
deling aan de gemeenten plaatsvinden, waar
mee waarschijnlijk een kleine half miljard
gemoeid is geweest, en waardoor het saldo
van het Rijk op 29 oktober weer tot 443
miljoen is ingekrompen.
Vergeleken bij het begin van de maand is
er echter nauwelijks verandering gekomen in
het uitstaande bedrag aan schatkistpapier in
totaal. Het enige wat opvalt is dat het uit
staande bedrag aan schatkistpromessen, pa
pier dat een looptijd heeft van slechts ten
hoogste een jaar, in de eerste helft van
oktober van 427 tot 277 miljoen is ge
daald maar op 29 oktober weer tot 337
miljoen was gestegen. Anderzijds is het uit
staande bedrag aan schatkistbiljetten (langer,
ten hoogste vijf jaar, lopend schuldpapier)
van 2647 miljoen op 1 oktober steeg tot
2725 miljoen op 29 oktober.
Vervroegde aflossing aan Canada
Niet onvermeld mag blijven, dat de Neder
landsche Bank 105 miljoen schatkistpapier
van de Nederlandse Staat heeft overgenomen
ter financiering van een vervroegde aflossing
op de in 1946 met Canada gesloten lening.
Die vervroegde aflossing heeft betrekking op
de eerstvolgende zeven jaarlijkse aflossings
termijnen. Hiermee was een bedrag gemoeid
van ruim 32 miljoen Canadese dollars. Tot
deze vervroegde aflossing werd besloten ten
einde van Nederlandse zijde een bijdrage te
leveren tot verlichting van de Canadese
moeilijkheden.
Met een en ander dient men derhalve
rekening te houden ter beoordeling van de
omvang van het uitstaande schatkistpapier
als ook met betrekking tot de positie van de
Nederlandsche Bank. De weekstaat van de
Nederlandsche Bank van 8 oktober geeft bij
gevolg een stijging te zien van de portefeuille
schatkistpapier van 206 tot 330 miljoen.
Dat deze post einde oktober reeds weer tot
265 miljoen was ingekrompen zal men wel
op rekening moeten schrijven van aflossingen
op vervallend schatkistpapier, waardoor per
saldo dit bezit van de Nederlandsche Bank,
over de gehele maand gerekend, slechts een
stijging met rond circa 60 miljoen te zien
geeft.
Deviezenverlies
Die terugbetaling is klaarblijkelijk groten
deels aansprakelijk voor het deviezenverlies
van netto 92 miljoen, dat van 1 op 29 okto
ber is ingetreden. Daar voor deze betaling
aan Canada rond 105 miljoen nodig is
geweest, moet de conclusie worden getrokken,
dat overigens een kleine toestroming van
deviezen naar Nederland heeft plaatsgevon
den. Eigenlijk wijst zulks op een zeer gunstige
positie van de betalingsbalans indien men
bedenkt, dat in de afgelopen maand door de
Koninklijke Nederlandse Petroleum Maat
schappij het interimdividend moest worden
betaald, waarmee in totaal rond 150 mil
joen gemoeid is geweest. Van genoemd be
drag moest bijna tweederde in vreemde
valuta worden voldaan
Verlichting voor de geldmarkt
De Nederlandsche Bank heeft consequent
435