één enkel jaar, doch zo mogelijk de boek
houdkundige gegevens van verschillende
jaren met elkaar te vergelijken. Deze cijfers
uit het verleden kunnen ons in veel gevallen
een belangrijke aanwijzing geven met be
trekking tot de vraag of de financiële lasten
ook in de toekomst door de desbetreffende
cliënt kunnen worden gedragen.
Helaas kan uit de boekhouding vaak niet
worden geconstateerd, hoe groot de jaarlijkse
aflossingsverplichtingen zijn. Dit zal men
dus aan de cliënt moeten vragen, ten minste
voor zover het leningen betreft, die niet door
de eigen bank zijn verstrekt.
Losse schulden
Onder de verplichtingen treft men door
gaans ook een aantal losse schulden aan,
b.v. nog te betalen belasting, leveranciers
krediet enz. Deze schulden zullen als regel
op betrekkelijk korte termijn moeten worden
voldaan. In die zelfde periode zullen echter
veelal ook weer nieuwe schulden ontstaan,
zodat de oude schulden door nieuwe worden
vervangen. Deze zich steeds vernieuwende
schulden worden in de praktijk wel eens be
schouwd als een permanente financiering.
Dit is echter een gevaarlijke redenatie. De
mogelijkheid doet zich steeds voor, dat de
nieuwe schulden in een kortere termijn zul
len moeten worden afgelost dan met de oude
schulden het geval was.
Daarom zal men als uitgangspunt moeten
nemen, dat op het totaal bedrag aan losse
schulden een aflossingsverplichting rust,
waarvan pas naderhand zal blijken hoe groot
het bedrag is, dat moet worden afgelost.
Voorshands zal men hiervoor een bepaald
percentage dienen aan te nemen, dat zeker
niet lager mag worden gesteld dan 10
Ontwikkeling eigen vermogen
Wanneer men de balansen van verschil
lende jaren ter inzage heeft, kan worden
nagegaan, hoe het eigen vermogen zich in
de tussenliggende periode heeft ontwikkeld.
Een positieve ontwikkeling van het eigen
vermogen vormt een belangrijke aanwijzing
bij de beoordeling van de kredietwaardig
heid. Doch ook op dit punt kunnen zich
verschillende complicaties voordoen. Een
stijging van het eigen vermogen betekent
namelijk nog niet altijd, dat het inkomen
hoger is geweest dan de privé-uitgaven. Het
kan zijn, dat de vermogensvermeerdering het
gevolg is van een erfenis of een schenking
of is ontstaan door een hogere waardering
van de bezittingen van de desbetreffende
persoon. Men zal daarom de verlies- en
winstrekening moeten nagaan om te consta
teren, wat de oorzaak is geweest van de ver
mogensvermeerdering.
Zonder boekhoudbureau
Uit het voorgaande moge duidelijk zijn
geworden, dat de boekhouding aanwijzingen
kan verschaffen, die voor het beoordelen van
de kredietwaardigheid van belang zijn. De
mogelijkheden voor toepassing van deze
methode zijn echter niet onbeperkt. Er zijn
namelijk kredietaanvragers, die niet over een
boekhouding beschikken. Verder krijgt men
te maken met kredietaanvragen van perso
nen, die hun bedrijf zodanig willen wijzigen,
dat de resultaten, die zij in het verleden heb
ben behaald, niet meer maatgevend zijn voor
de bedrijfsuitkomsten, die in de toekomst
mogen worden verwacht. In deze gevallen
zal men, indien er twijfel bestaat ten aanzien
van de vraag of de financiële lasten door de
desbetreffende cliënt kunnen worden gedra
gen, gebruik moeten maken van een begro
ting. Hoewel het opstellen van een verant
woorde begroting een nogal ingewikkelde
zaak is, wordt ook in de landbouw al tamelijk
veel met begrotingen gewerkt. Deze begro
tingen worden opgesteld door functionarissen
van de landbouwvoorlichtingsdienst ten be
hoeve van landbouwers, die daaraan behoefte
hebben, alsmede in verband met aanvragen
om garantie van het Borgstellingsfonds voor
de Landbouw.
Dit laatste mag zeker als een bewijs wor
den gezien, dat het werken met begrotingen
van betekenis kan zijn voor het beoordelen
van kredietaanvragen. Zoals men weet be
staat de mogelijkheid daartoe ook in onze
organisatie door het inschakelen van de kre-
426