Op de ingeslagen weg verder! Niemand zal kunnen ontkennen, dat onze banken en ook hun gemeenschappelijke „top", de Centrale Bank, zich in een kerngezonde, levenskrachtige toestand bevinden. Dit moge ons thans, nu de Raiffeisenweek aanleiding geeft ons te bezinnen op de aard van onze organisatie en haar doelstellingen, met dankbaarheid vervullen. Van hoog tot laag is door degenen, die bij onze organisatie betrokken zijn, grote activiteit en toewijding in de onderlinge samenwer king tentoongespreid. Dankzij deze inzet van krachten zijn resultaten bereikt, die wij vroeger niet voor mogelijk zouden hebben gehouden. Dit geldt zowel voor de aanwas der spaargelden als voor de gestegen omvang der kredietverlening. De vaart, waarmede wij ons ontwikkelen, maakt het ons niet altijd gemakkelijk. Telkens staan we voor nieuwe problemen, die om een oplossing vragen en voor onze verantwoordelijke bestuurders is in deze tijd met zijn dynamische verschuivingen, het leiding geven aan de bank allerminst een sinecure. Verontrusten doet ons dit echter niet; onze problemen zijn vooral een teken van groei, een bewijs, dat de organisatie leeft. Een overigens gezond en natuurlijk bijverschijnsel van de ontplooiing van onze banken is de kritiek, die we onvermijdelijk door onze activiteit of door ons (beweerd) tekort aan activiteit oproepen. De Centrale Bank is in de laatste tijd nog wel eens het object van aanmerkingen oi zelfs verwijten geweest en ook lokale banken weten, dan hun werkwijze niet onbesproken blijft. Wij zullen deze kritiek steeds ernstig moeten nemen, in het besef dat verbetering van de wijze, waarop wij onze taak vervullen, altijd door ons moet worden nagestreefd. Het spijt ons daarom te moeten constateren, dat, vooral van buiten de kring van onze organisatie, soms kritische uit latingen gehoord worden, die ook de vereiste zakelijke grondslag missen. In een dergelijk ge val is discussie bij voorbaat tot vruchteloosheid gedoemd. De maatregelen, die nodig zijn om de ontwikkeling van de plaatselijke banken, evenals die van de Centrale Bank, te bevorderen en in goede banen te leiden, zijn velerlei. Zij be treffen zeer uiteenlopende onderwerpen en verschillen onderling dikwijls in aard en karakter. Wij denken slechts aan de stappen die gedaan worden om het sparen te bevorderen of om de agrarische kredietverlening te verruimen of, opeen ander vlak, aan de plannen die een plaatse lijke bank uitvoert, om zijn cliënten een betere service te verlenen. Ondanks verschillen hebben al deze maatregelen een gemeenschappelijke strekking: het bevorderen van de doeltreffendheid van onze organisatie. Ook in de toekomst zal dit zo blijven, want een efficiënt beleid stelt telkens nieuwe eisen. Het is goed en noodzakelijk, dat wij op deze wijze de bedrijfseconomische instelling van onze organisatie in al haar onderdelen trachten te bevorderen. Immers ook de coöperatie kan slechts succes boeken, indien zij haar bedrijf voert op een wijze, die de toets de economische kritiek kan doorstaan. Toch is hiermede niet alles gezegd. Indien wij ons enkel door harde economische motieven zouden laten leiden, lopen wij gevaar, dat het karakter van de coöpera tieve samenwerking minder sprekend wordt, hetgeen de eigenlijke kracht van onze werkwijze zou schaden. Coöperatie is bundeling van inspanning van vrije mensen, die gezamenlijk op zo goed mogelijke wijze een doel trachten te bereiken en daarvoor gezamenlijk verantwoordelijk heid dragen. Die verantwoordelijkheid dient te blijven bestaan, omdat zij de grondslag vormt waarop wij werken. De opbouw van onze organisatie heeft terecht aan deze verantwoordelijkheid een grote en belangrijke plaats ingeruimd. Door de structuur van onze banken kan ieder lid zeggenschap uitoefenen en de organen van de Centrale Bank met name de ringvergaderingen, centrale ringvergadering en ledenvergadering maken het de aangesloten banken mogelijk het be leid van de Centrale Bank te controleren. In onze dagen wordt het veelvuldig noodzakelijk, 379

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 5