Onze circulaires Groep 0 Algemeen 0.40 d.d. 7 september 1962: de laatste tijd wordt bij banken met een bestuur van meer dan 3 leden steeds meer de behandeling van spoedeisende zaken opgedragen aan een delegatie uit dit bestuur. In de circulaire werd een uitvoerige uiteenzetting gegeven over de te volgen gedragslijn bij eventuele delegatie van bestuursbevoegdheden. 0.50/12 d.d. 18 september 1962: in ver band met de huurverhoging, welke op 1 sep tember is ingegaan werden met betrekking tot een eventuele compensatie adviezen ge geven. In een noot onder deze circulaire werden de circulaires in deze groep opgesomd, die als vervallen kunnen worden beschouwd. 0.70 d.d. 11 september 1962: met deze cir culaire werd een exemplaar van de brochure „Krediet voor boer en tuinder bij de Raif- feisenorganisatie" aan de banken toegezon den. Voor het doen van bestellingen werd een bestelbiljet bijgesloten. 0.70 d.d. 20 september 1962: door verschil lende banken werd gevraagd op welke wijze gehandeld moet worden, indien andere spaarinstellingen voor of tijdens de Raiffei- senweek eveneens een spaarcampagne hou den. Een uiteenzetting werd in deze circu laire gegeven, terwijl nadere suggesties wor den uitgewerkt. 0.70 d.d. 21 september 1962: in het kader van de ontwikkeling van de Gemeenschap pelijke Europese Markt en de daarmede ge paard gaande geleidelijke economische één wording van West-Europa, wordt op het gebied van publiciteit zeer veel ondernomen. Publiciteitsbureaus, veelal buitenlandse, heb ben de laatste tijd hun activiteiten ook uit gebreid tot onze aangesloten banken. Der gelijke publiciteit heeft alleen zin in groter, d.w.z. organisatorisch verband. Doch ook de Centrale Bank betracht bij het opgeven van de organisatie als geheel voor verschillende publikaties de nodige voorzichtigheid. Groep 8 Buitenland 8.10 d.d. 6 september 1962: door deNeder- landsche Bank zijn voor buitenlandse beta lingen nieuwe formulieren A en B ingevoerd, die een vereenvoudiging betekenen in ver gelijking tot de thans in gebruik zijnde for mulieren. In de circulaire werden richtlijnen voor het gebruik van de formulieren gegeven. 8.10 d.d. 6 september 1962: de tekst van formulier A voor betalingen naar het bui tenland kan worden beschouwd als een be talingsopdracht van de cliënt aan de bank. Voor betalingen naar het buitenland, groter dan 500,of de tegenwaarde daarvan in buitenlandse valuta, kan de cliënt volstaan met het inleveren van de beide eerste exem plaren van het formulier A bij de bank. Het eerste exemplaar wordt doorgezonden naar de Centrale Bank, vergezeld van formulier 9401, terwijl het tweede exemplaar bestemd is voor het archief van de betrokken bank. 8.10 d.d. 10 september 1962: betalingen uit het buitenland, groter dan 500,of de tegenwaarde hiervan in vreemde valuta, mogen eerst aan de begustigde worden af gerekend nadat de bank in het bezit is van een deviezenformulier. In de meeste gevallen formulier B. Teneinde een vlottere afrekening van de betalingen uit het buitenland te bevorderen, zal de Centrale Bank op de dag van ont vangst van de betalingsopdracht aan de aan gesloten banken afrekenen. De banken mogen eerst na ontvangst van het formulier B aan hun cliënten afrekenen. Over de gang van zaken werden de banken in de circulaire uit voerig voorgelicht. Groep 9 Diversen 9.30/9 d.d. 17 september 1962: in deze cir culaire werd een overzicht gegeven van de grenzen, die gelden voor de binnenlandse kredietverlening aan de particuliere sector in de maanden september tot en met de cember. 414

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 42