Wenken voor kassiers Urbanisatie en bijkantoren Er is in de laatste jaren veel gebouwd en er zal nog veel bijgebouwd moeten worden om aan de behoefte aan woonruimte te kun nen voldoen. In het werkgebied van ver scheidene banken verrijzen kleine of grote woonwijken of worden soms zodanig grote stadsdelen bijgebouwd, dat het beeld van de landstreek een ingrijpende verandering ondergaat. Vaak zal de bestaande stads- of dorpskern zijn centrumfunctie mede gaan uitstrekken over de aan de rand van de be staande bebouwing verrezen nieuwbouw, met een uitzondering misschien ten aanzien van de primaire levensbehoeften, voor de ver zorging waarvan in de nieuwe wijken bakkers-, slagers-, kruidenierswinkels, enz. zullen ontstaan. In andere gevallen echter worden in de nieuwe woonwijken zelfstan dige verzorgingscentra gecreëerd, die, hoe wel bedoeld voor de verzorging van het nieuwe gebied, aantrekkelijk genoeg kunnen zijn om ook de belangstelling te trekken van de planologisch op de oude kern aangewezen bewoners. Ook aan de bank gaan de hier bedoelde ontwikkelingen niet onopgemerkt voorbij; integendeel, vaak zal het nodig zijn reeds lang voordat er iets van de nieuwbouw is te zien, zich ten gemeentehuize te oriënteren omtrent de plannen en vaak zal het dan tevens nodig zijn reeds in dat prille stadium beslissingen te nemen, die voor de toe komstige ontwikkeling van de bank van groot belang kunnen zijn. Het zal verstandig zijn vóór het nemen van dergelijke beslissingen het advies in te winnen van de afdeling In spectie van de Centrale Bank, waar de elders opgedane ervaring ten dienste van de gehele organisatie is vergaard. In veel gevallen zal een onderzoek nodig zijn ter beantwoording van de vraag of met de bestaande vestiging(en) kan worden vol staan of dat deze aanvulling of uitbreiding behoeft. De dienstenverlening van het bijkantoor De grootte van het werkgebied, de bevol kingsdichtheid alsmede de samenstelling en de behoeften van de bewoners zullen beslis send zijn voor de frequentie en de aard van de door het bijkantoor te verlenen diensten, waarop de grootte van dat kantoor, het aan tal openingsuren en de personeelsbezetting algestemd moeten blijven. De aard van de door bijkantoren te ver lenen diensten kan zeer verschillend zijn. In het algemeen kan worden aangenomen, dat door elk bijkantoor de volledige diensten ten aanzien van de spaargelegenheid en het rekening-courantverkeer worden geboden. Minder frequent voorkomende handelingen zoals kredietverlening, effectenbehandeling en -adviezen, assurantiebemiddeling, enz. zullen in hoofdzaak door het hoofdkantoor moeten worden behandeld, zij het, dat de bijkantoorbeheerder de zaken van eenvoudige aard meermalen zelfstandig zal kunnen af doen. De behandeling van aangelegenheden van meer ingewikkelde aard zal worden overgelaten aan het hoofdkantoor. De op het bijkantoor te verwachten be hoefte aan een bepaalde dienstenverlening zal vaak richtinggevend zijn bij de beant woording van de vraag of het lonend is deze dienstenverlening volledig door het bijkan toor te laten behandelen dan wel in hoofd zaak door het hoofdkantoor. Gecentraliseerde administratie Hoewel niet ondenkbaar is, dat het bij kantoor zijn administratie zelfstandig dus gedecentraliseerd zou voeren en via een sluitrekening de financiële verhouding tot het hoofdkantoor zou administreren, doet dit geval zich slechts sporadisch voor. In de praktijk namelijk alleen in de uitzonderings gevallen, dat het aantal op het bijkantoor georiënteerde cliënten aanzienlijk groter is dan dat van het hoofdkantoor. In zulk een geval kan het vanzelfsprekend wel voor komen, dat de kassier of de directeur met zijn staf en de boekhouding verhuist naar het bijkantoor en de bordjes bijkantoor en hoofd kantoor worden verhangen. Een dergelijke gang van zaken doet nog geen afbreuk aan 411

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 39