heeft kunnen hebben. De schuldenaar was op het ogenblik, waarop hij zijn inventaris aan de derde wenste over te dragen, geen eigenaar meer van de inventaris, omdat hij deze tevoren aan de bank in eigendom had overgedragen. De bank was dus op genoemd tijdstip eigenaresse van de inventaris en de schuldenaar kon dientengevolge niet over de inventaris beschikken. De bank loopt in het hier besproken geval derhalve geen gevaar, indien uit de datering aan de bank blijkt, dat deze overdracht eer der heeft plaatsgevonden dan de „over dracht" aan een derde (de foeragehandelaar). De foeragehandelaar kan op het ogenblik waarop de overdracht aan hem plaats vindt geen eigendom verkrijgen en evenmin op het moment waarop het eerste voorschot wordt afgelost, omdat op dat moment niet de over dracht aan de foeragehandelaar plaats vindt. Anders dan bij hypotheken, schuift de foeragehandelaar niet door aflossing van het voorschot van de bank op. Een hernieuwde overdracht aan de bank tot zekerheid voor een nieuwe schuld heeft dus het beoogde gevolg: de bank wordt (blijft) eigenaresse van de inventaris en de inventaris is voor de nieuwe schuld ver bonden. Een tweede mogelijkheid om bij verhoging van een krediet de inventaris ook tot zeker heid voor de nieuwe (verhoogde) schuld te doen strekken is deze, dat onderhands tussen bank en schuldenaar wordt overeengekomen (b.v. in een z.g. akte van erkenning van kredietverhoging), dat tot zekerheid voor de betaling van alles wat de kredietnemer ter zake van de gebruikmaking van het verhoogd krediet aan de bank schuldig is of zal zijn, zal gelden de reeds eerder voor het desbetref fende krediet gestelde zekerheid. Dan be hoeft dus geen nieuwe overdracht plaats te vinden, omdat de „titel" van de reeds gedane overdracht is uitgebreid. Wij willen echter de aandacht erop ves tigen, dat ingeval van koop op afbetaling, waarbij de verkoper zich de eigendom van de verkochte goederen voorbehoudt zolang de koopsom nog niet ten volle is voldaan (de z.g. huurkoop), een eigendomsoverdracht tot zekerheid aan de kredietverlenende bank niet kan worden aanvaard, omdat immers de koper, nog geen eigenaar zijnde, niet over de goederen kan beschikken, dus niet bevoegd is ze aan de bank over te dragen en derhalve de bank geen eigenaresse kan maken. De bank moet derhalve bij overdracht van goederen zeker weten, dat zich onder de overgedragen goederen geen zaken bevinden, die in een huurkooptransactie begrepen zijn. Een register voor zulke huurkoopzaken be staat echter niet, zodat de bank een en ander niet in een zodanig register kan nagaan. Hierin schuilt voor de bank juist een van de nadelen van de eigendomsoverdracht tot zekerheid. De Coöp. Boerenleenbank „Heerde" (tel. 06782-1583) biedt te koop aan: ijzeren letters, vormende de naam COO'P. BOERENLEENBANK Cin hoofdletters). Letterhoogte 25 cm Prijs nader over een te komen, aanvragen te richten aan het adres van de bank. 401

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 27