Sïparend Nederland 3 - 25.5 Kanttekeningen bij de cijfers Evenals in de voorgaande maand zijn in augustus de creditgelden belangrijk toege nomen. Met de hierdoor verkregen middelen en de uit de overige uitzettingen vrijgekomen gelden kon de uitbreiding van de krediet verlening en beleggingen in eigen kring wor den gefinancierd, waarna de liquide midde len nog versterkt werden met 18,9 miljoen. De groei van de post voorschotten met een bedrag van 25,2 miljoen was aanzienlijk hoger dan in de overeenkomstige maand van 1961, een ontwikkeling die zich ook in de voorgaande maanden voordeed. De debetsaldi in lopende rekening ondergingen een geringe verlaging waartoe vooral de verminderde kredietbehoefte van de zuivelfabrieken bij droeg. De besparingen bij de traditionele spaar- instellingen waren in augustus hoger dan in dezelfde maand van 1961. Alleen de bij de Centrale Bank Utrecht aangesloten banken boekten een spaaroverschot dat niet hoger was dan dat in augustus 1961. Het totaal van de besparingen in de eerste acht maanden van 1962 is hoger dan in dezelfde periode van 1961, doch bij de aangesloten banken ligt het op een lager niveau dan dat in 1961. Volgens de voorlopige cijfers bedragen de spaaroverschotten in september bij de bij Utrecht en Eindhoven aangesloten banken respectievelijk 18,8 miljoen en 14,4 mil joen terwijl bij de Rijkspostspaarbank de in gelegde spaargelden toenamen met 13,2 miljoen. Mutaties juli Mutaties augustus Mutaties jan./augustus Saldo tegoed Tegoed in van het a a O bo c c O bo c c O bo totaal V bo C Terug- betalir 2. la w u. CU o GO Inlage Terug- betalir Spaar- versch Inlage Terug betalir Spaar- versch 1/1 31/8 1/1 31/8 1962 Utrecht 136,6 103,6 33,0 124,5 89,1 35,4 996,1 827,8 168,3 3021,9 3190,2 27,6 27,3 Eindhoven 93,3 68,0 25,3 86,5 61,0 687,3 542,5 144,8 1797,4 1942,2 16,4 16,6 R.P.S. 99,2 79,3 19,9 96,4 70,6 25,8 726,7 547,2 179,5 2895,7 3075,2 26,5 26,4 Alg. Spaarb. 173,5 156,0 17,5 169,4 130,8 38,6 1366,3 1119,3 247,0 3219,0 3466,0 29,5 29,7 502,6 406,9 95,7 476,8 351,5 -f 125,3 3776,4 3036,8 739,6 10934,0 11673,6 100,0 100,0 1961 Utrecht 122,5 88,4 +- 34,1 114,6 79,2 35,4 908,9 730,3 -f 178,6 2658,9 2837,5 27,4 27,3 Eindhoven 78,3 59,1 19,2 74,8 51,4 23,4 608,6 463,9 -f 144,7 1551,6 1696,3 16,0 16,3 R.P.S. 83,2 73,1 10,1 83,4 67,3 16,1 663,3 525,0 4 138,3 2646,4 2784,7 27,3 26,8 Alg. Spaarb. 150,0 134,0 16,0 159,3 130,0 -f 29,3 1255,8 1011,9 243,9 2841,4 3085,3 29,3 29,6 434,0 354,6 79,4 432,1 327,9 -(-104,2 3436,6 2731,1 4 705,5 9698,3 10403,8 100,0 100,0 399

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 25