voor de resterende maanden van het lopende jaar veel minder belastingontvangsten in het vooruitzicht dan in het verleden steeds het geval was geweest. Op 3 september jl. was het tegoed van de schatkist bij de Nederlandsche Bank gedaald tot een dieptepunt van 124 miljoen. Dit tegoed was op 24 september gestegen tot 588 miljoen, maar op 1 oktober gedaald tot 390 miljoen. Daarin is inmiddels een be langrijke verbetering ingetreden, zodat het tegoed op 1 oktober jl. tot ca 600 miljoen was gestegen. In de loop van de nieuwe maand zal daar nog wel wat bijkomen, waar tegenover echter op 25 oktober door bet Rijk moet worden voldaan aan de driemaande lijkse betaling ten gunste van de lagere overheid provincies en gemeenten waarmee rond 400 miljoen gemoeid zal zijn. Het spreekt vanzelf dat deze laatste operatie de positie van het bankwezen weer zal verlichten. De kredietverlening Op grond van het verloop van de devie- zenpositie is nauwelijks een verruiming van de binnenlandse liquiditeiten door een terug trekking van kortlopende banktegoeden uit het buitenland in de naaste toekomst te ver wachten, te minder daar de Nederlandsche Bank zulk een repartiëring bepaald niet in de hand werkt. Eerder is tot dusverre het tegendeel het geval geweest. Wel is er een ander element, dat wellicht aan de positie van de schatkist ten goede komt, nl. de ver traging die zich voordoet in de uitzetting van de kredietverlening in het bankwezen naar verhouding tot het daarvoor geldende pla fond. Doordat de kredietverlening van de han delsbanken en de landbouwkredietbanken te zamen de per ultimo juli in de krediet- restrictieregeling vastgelegde norm voor de toelaatbare kredietexpansie relatief minder overschreed ook mede dank zij het feit, dat van maand tot maand een half procent meer krediet mag worden verleend kon de Nederlandsche Bank het z.g. renteloze strafdeposito verlagen tot 8IV2 miljoen tegen 111 miljoen over de voorafgaande periode. Verder werd het z.g. kasreservepercentage, geldende voor de periode 22 september/ 21 oktober, andermaal met een vol punt verlaagd, zodat de banken nu 6 van de aan hen toevertrouwde middelen renteloos bij de Nederlandsche Bank als dekking moeten aanhouden tegenover nog 8 een paar maanden geleden. Laatstbedoelde dekking is de normale, het strafdeposito komt daarbij en dan alleen voor die banken, die hun eigen plafond overschreden. Het totaal van de beide dekkingen tezamen is nu als gevolg van een en ander van 650 tot 540 mil joen verminderd. De souplesse, welke de Nederlandsche Bank ten aanzien van de percentages van de verplichte kasreserves aan de dag legde, weerspiegelt het streven om de saldi, welke de banken als kortlopende beleggingen in het buitenland aanhouden, zoveel mogelijk intact te houden en aldus een ongewenst ge achte toevloeiing van deviezen en liquidi teiten tegen te gaan. Nu we het toch over de kredietbeperking hebben, willen wij niet stilzwijgend voorbij gaan aan het feit, dat de Nederlandsche Bank in september met de representatieve organi saties van de handels- en landbouwkrediet- banken overeenstemming heeft bereikt over voortzetting van de maatregelen tot krediet beperking in de hierboven besproken zin t/m december 1962. Terwijl de norm voor de toelaatbare kredietexpansie voor september en oktober is gehandhaafd op een half pro cent per maand, is deze voor de maanden december en november met het oog op de seizoenmatige stijging van de kredietverle ning in de laatste maand van het jaar echter verhoogd tot een procent per maand. Het gevolg zal in de eerste plaats zijn, dat voor het gehele jaar 1962 een kredietexpansie wordt toegestaan van in totaal 7 nadat aanvankelijk het accres op 6 was beperkt, terwijl de grotere kredietverlening, die in het vooruitzicht is, geen of een veel geringere extra boete van handels- en landbouwkre dietbanken zal vergen. Indirect profiteert ook 395

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 21