de Memorie van Toelichting blijkt dat de verheugende ontwikkeling in de produktie- waarde van de tuinbouw, welke zich reeds sinds een reeks van jaren voordoet, zich nog steeds verder voortzet. Deze waarde steeg in 1961 tot een bedrag van 1239 miljoen, tegen 1137 miljoen in 1960. Goede afzet mogelijkheden bleken een gunstige prijsont wikkeling in de hand te werken, terwijl ook de omvang van de produktie toenam. Inmiddels wordt een verdere uitbreiding van deze dynamische bedrijfstak bedreigd, of althans afgeremd, door maatregelen welke beogen de woningbouw in ons land in de beste banen te leiden. Voor de land- en tuinbouw is nu ook een bouwvolume vast gesteld, dat, behalve de boerderijenbouw, thans ook voor het eerst de kassenbouw be paalt. Daartegen is veel protest gerezen. Kassenbouw heeft nl. bijzonder weinig te maken met woningbouw. Men gebruikt materiaalsoorten, die als zodanig in de woningbouw weinig of niet worden gebruikt. In de bouwwereld is veeleer schaarste aan steenen en dakpannen, die men bij de bouw van kassen niet nodig heeft. Bovendien zijn ook de bij de kassenbouw betrokken arbeids krachten niet geschikt voor de woningbouw. Men begrijpt daarom de ratio van deze be perking niet. Het gevaar bestaat zelfs dat het materiaal en de arbeidskracht, die hier niet kan worden aangewend, naar het buitenland gaat. De Nederlandse kassenbouwers bouwen goed, snel en goedkoop. Tegen deze maatregel is ernstig bezwaar ingebracht. Het Landbouwschap voerde be sprekingen, zowel met de minister van Land bouw als met de minister van Bouwnijver heid om deze maatregel weer ongedaan te maken. Zij treft immers onnodig een bloeien de bedrijfstak, die zich, zonder overheids hulp, verder zal kunnen ontwikkelen. Een bedrijfstak ook die in steeds toenemende mate een groot deel van onze export kan verzorgen en daardoor een belangrijke bij drage levert aan onze nationale welvaart. 3» U}. %ai$ei$eH im-mn DRÜCKSACHS HEIFE8 »E8 MENSCHHEIT WOHUAHHTSMAUB OIR DSUTSCHK* IUND1SP05T -roe- 387

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 13