Sparend Nederland Kanttekeningen bij de cijfers De toeneming van de creditgelden in de maand juli met een bedrag van 37,7 mil joen was hoger dan die in een der voorgaande maanden van 1962. Ondanks deze belangrijke st ijging van de creditgelden namen de liquide middelen slechts toe met 5,7 miljoen. De oorzaak hiervan is gelegen in de sterke uit breiding van de kredietverlening en beleg gingen in eigen kring waarvoor een bedrag van 32,4 miljoen benodigd was. Bij de uit zettingen in eigen kring gaf, evenals in de vorige maanden, de post voorschotten een forse vermeerdering te zien. In de eerste 8 maanden namen de voorschotten toe met 177,4 miljoen, tegen 129,0 miljoen in dezelfde periode van 1961. De debetsaldi in lopende rekening namen toe, mede als gevolg van de nabetaling van melkgelden door de zuivelfabrieken, waardoor de schuld van deze fabrieken in lopende rekening met ruim ƒ17 miljoen toenam. Blijkens het overzicht onder het hoofd Sparend Nederland waren de besparingen bij de traditionele spaarinstellingen in de maand juli belangrijk hoger dan in dezelfde maand van 1961. Alleen bij de bij Utrecht aange sloten banken lag het spaaroverschot beneden dat van juli 1961. Volgens de voorlopige cijfers bedragen de spaaroverschotten bij de bij Utrecht en Eindhoven aangesloten banken resepectievelijk ƒ35,4 miljoen en 25,5 mil joen, bij de Rijkspostspaarbank 25,8 miljoen. Mutaties juni Mutaties juli Mutaties jan./juli Saldo tegoed Tegoed in van het 0 s O bc c c t> bc c c O bc totaal bc rt c Terug betalii Spaar versch bc n c Temg betalii Spaar versch bc rt Terug betalii Spaar vcrsch 1/1 31/7 1/1 31/7 1962 Utrecht 115,6 100,2 15,4 136,6 103,6 33,0 871,6 738,7 132,9 3021,9 3154,8 27,6 27,3 Elindhoven 85,2 67,3 17.9 93,3 68,0 25,3 600,8 481,5 119,3 1797,4 1916,7 16,4 16,6 R.P.S. 87,3 72,2 15,1 99,2 79,3 19,9 630,3 476,6 153,7 2895,7 3049,4 26,5 26,4 Alg. Spaaib. 154,8 142,0 12,8 173,5 156,0 17,5 1196,7 988,3 +208,4 3219,0 3427,4 29,5 29,7 442,9 381,7 61,2 502,6 406,9 95,7 3299,4 2685,1 614,3 10934,0 11548,3 100,0 100,0 1961 Utrecht 108,6 89,1 +- 19,5 122,5 88,4 34,1 794,3 651,1 143,2 2658,9 2802,1 27,4 27,2 Eindhoven 75,3 59,2 16,1 78,3 59,1 19,2 533,8 412,5 121,3 1551,6 1672,9 16,0 16,2 R.P.S. 80,3 69,2 11,1 83,2 73,1 10,1 579,9 457,7 122,2 2646,4 2768,6 27,3 26,9 Alg. Spaarb. 149,4 131,0 18,4 150,0 134,0 16,0 1096,5 881,9 +214,6 2841,4 3056,0 29,3 29,7 413,6 348,5 65,1 434,0 354,6 79,4 3004,5 2403,2 601,3 9698,3 10299,6 100,0 100,0 359

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 33