belang de samenhang en achtergronden te weten van de verhouding Centrale Bank railfeisenbank/boerenleenbank. De Centrale Bank wil de nieuw benoemde kassiers in de gelegenheid stellen nader ken nis te maken met de organisatie. In oktober a.s. zullen daarom bijeenkomsten voor deze kassiers in het gebouw van de Centrale Bank worden georganiseerd. Er zullen enkele korte inleidingen over diverse onderwerpen wor den gehouden, waarna vragen kunnen wor den gesteld en tevens kennis kan worden gemaakt met verschillende functionarissen. Hierdoor komen ook de directeuren/kassiers enigszins op de hoogte van de gang van zaken bij de Centrale Bank en kunnen zij zich straks de personen voorstellen, met wie zij telefonisch contact onderhouden. Een gezellige koffietafel zal een en ander veraangenamen. Wij vertrouwen dat de be stuurders van de betrokken banken hun directeuren/kassiers in de gelegenheid zullen stellen een dergelijke dag mede te maken. De aan het bijwonen van deze bijeenkom sten verbonden kosten komen voor rekening van de Centrale Bank. Wij zullen zorgen, dat de betrokken functionarissen bijtijds met dag en uur op de hoogte gesteld worden. Het aantal uitnodigingen zal niet meer be dragen dan 10 a 15 per keer. De lotgevallen van de heer Bucolicus houden ons gewoonlijk weinig bezig, maar af en toe schrijft deze, onder pseudoniem op tredende, landbouwmedewerker van Elseviers Weekblad, zulke vreemde artikelen, dat hij er hoe dan ook in slaagt onze aandacht op zich te richten. Na zijn vroegere staaltjes van bucolaeria komt Bucolicus ons thans (Elseviers Week blad 28 juli jl.) vertellen, dat het boeren- krediet gevangen zit in een fatale kring. Dit heeft tot gevolg, dat het georganiseerde landbouwkredietwezen geen rol van be tekenis kan of wil spelen bij het allesbeheer sende probleem van „hergroepering of her bouw van de financiële structuren". De kronkelingen, waarlangs Bucolicus ons de gevangenis van de fatale kring binnen voert, zullen wij hier niet volgen. Het heeft nu eenmaal weinig zin om op artikelen van het bucolische niveau in extenso te reageren. Ondanks de denigrerende opmerkingen van Bucolicus gaan wij rustig door op de inge slagen weg. Wij weten dan, dat nog veel moet bereikt worden, maar we weten ook dat wij op de goede weg zijn om voor ons deel mede te helpen aan een gezonde financiering van het boeren- en tuindersbedrijf. In het vorige jaar werden door de Raif- feisenorganisatie bijna tweemaal zoveel voor schotten en hypotheken aan de landbouwbe drijven verstrekt als gemiddeld in de jaren 1952-1955. Eenzelfde ontwikkeling vertonen de agra rische kredieten in rekening-courant. Het ge middelde bedrag van de in de agrarische sector verstrekte posten is aanmerkelijk hoger komen te liggen. Cijfers hebben vaak betrek kelijke waarde, maar sprekend is het feit, dat in de laatste jaren geen enkele redelijke financieringsaanvraag van een boer of tuin der door onze banken is afgewezen. Ieder, die maar even met onze activiteiten van de laatste tijd op de hoogte is, weet dat onzer zijds alle inspanning erop gericht wordt om aan de agrariër financieringsmiddelen aan te bieden, met behulp waarvan hij de nodige bedrijfsverbeteringen kan doorvoeren. Als Bucolicus in dit alles niet anders ziet dan een streven om de boer in een positie van dubieuze onafhankelijkheid te brengen, heeft hij van de coöperatieve samenwerking niets begrepen. Hetzelfde geldt voor de opvattingen die Bucolicus heeft over de huidige activiteit van onze organisatie en haar verhouding tot de coöperaties. Er is geen sprake van een prin cipiële verschuiving van richting, waardoor de boeren in het gedrang zouden komen. Wij verheugen ons dat onze organisatie zo levens krachtig is, dat zij meer dan vroeger ook aan niet-agrarische belangen aandacht kan FATA BUCOLICA 295

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 9