de mogelijkheden van samenwerkingsvormen
in de land- en tuinbouw op zijn plaats.
Uit de inhoud van het rapport „financie
ringsvraagstukken van land- en tuinbouw"
van de Nederlandsche Christelijke Boeren-
en Tuindersbond hebben wij hierboven
slechts een greep gedaan. Het rapport, hoe
wel beknopt van omvang, heeft een veelom
vattende inhoud. Onze organisatie zal daar
mee stellig haar voordeel kunnen doen in
het belang van de goede financiering van de
Nederlandse land- en tuinbouw.
Onder deze titel hebben wij reeds in het
jongste aprilnummer geschreven. Wij brach
ten toen ter sprake de vergadering van de
banken in de Ring Westland, tijdens welke
door een tweetal medewerkers van de Cen
trale Bank inleidingen zijn gehouden over
een aantal vragen, waarvoor onze banken
in de tuinbouwgebieden worden gesteld.
Deze vragen houden ons natuurlijk voort
durend bezig, maar het doet ons genoegen
reeds nu te kunnen mededelen, dat aan de
oplossing van een der problemen wordt ge
werkt. Dit is het probleem van de verzeke
ring der glasopstanden.
Op de vergadering in het Westland is
duidelijk geworden, dat het voor een bank
zeer moeilijk is precies te weten wat ver
zekerd moet worden en waartegen verzekerd
moet worden. Deze moeilijkheid wordt voor
al in de hand gewerkt door het feit, dat de
redacties der verschillende polissen en de
verzekeringssystemen van de diverse broei-
glasverzekeraars sterk uiteenlopen. Een kas
sier zou een aparte studie van elke glasver
zekeringspolis moeten maken om te kunnen
vaststellen of de belangen van de tuinder
en vooral die van de bank goed gedekt zijn.
Dit werd als een ernstig bezwaar gevoeld
door de banken in het Westland en deze
konden zich dan ook algemeen verenigen
met de suggestie van de inleider om zo mo
gelijk te komen tot een uniforme minimum
polis, die door alle broeiglasassuradeuren
zou worden gebruikt. Een dergelijke polis
zou de banken de zekerheid verschaffen, dat
aan de minimum-dekkingseisen is voldaan.
De Centrale Bank heeft over dit punt
contact opgenomen met de Vereniging van
Hagelverzekering Maatschappijen in Neder
land, waarbij praktisch alle broeiglasassura
deuren zijn aangesloten. Deze Vereniging
heeft welwillend gereageerd op ons voorstel.
Er is thans door de Vereniging een interne
werkgroep ingesteld, die zal onderzoeken in
hoeverre aan onze wensen kan worden tege
moet gekomen. Wij hopen dat deze werk
groep tot een positief resultaat zal kunnen
komen, al begrijpen wij, dat het niet gemak
kelijk zal zijn een voor alle maatschappijen
acceptabele uniforme polis te ontwerpen,
waarop de minimaal vereiste dekking kan
worden gevonden.
Voor de medewerking van de Vereniging
zijn wij zeer erkentelijk. Het ligt in het voor
nemen met de banken, die werkzaam zijn in
de tuinbouwgebieden buiten het Westland,
een soortgelijke bijeenkomst te beleggen als
reeds m het Westland plaatsvond. Dit zal
waarschijnlijk in het najaar gebeuren.
Wij hopen, dat wij dan reeds in staat zijn
enige nadere inlichtingen te verstrekken over
de resultaten, waartoe de werkgroep van de
Vereniging bij zijn onderzoek is gekomen.
De ontwikkeling en de grootte van onze
organisatie brengen mee, dat in de loop van
elk jaar directeuren/kassiers, die de pen
sioengerechtigde leeftijd bereikt hebben,
plaats maken voor jongere functionarissen.
Deze komen dikwijls van andere raiffeisen-
banken/boerenleenbanken of hebben een ad
ministratieve opleiding buiten onze organi
satie gevolgd, die hen geschikt maakt voor
de dagelijkse leiding van een aangesloten
bank.
Velen evenwel, en zeker de tweede groep,
kennen de sfeer bij onze banken niet of on
voldoende. Bovendien is het van zeer veel
PROBLEMEN VAN INTENSIEVE
GLASTUINBOUW (II)
BIJEENKOMST JONGE KASSIERS
294