gulden gedaald- De invloed van de seizoen beweging is hier merkbaar. Toch is het beroep op alle aangesloten banken om mede te werken aan de beper king van de kredietverlening daardoor niet overbodig geworden. Verwacht moet immers worden, dat de seizoenschommelingen in het najaar de kredietverlening weer zullen doen toenemen. Het is daarom van belang, dat de krediet verlening in rekening-courant en de voor schotten met een oorspronkelijke gemiddel de looptijd van minder dan twee jaar tot het werkelijk noodzakelijke worden beperkt. De ernst van de hierboven geschetste situatie dient ook in de voor kredieten bere kende rente tot uiting te komen. Het belang van de organisatie en van de individuele banken loopt hier parallel: het is ons gezamenlijk belang, dat het rente advies tot verhoging van de debetrente in rekening-courant door alle banken wordt opgevolgd. In de bestuurscirculaire van 3 augustus jl. is aan de leden medegedeeld, dat de Coöpe ratieve Zuivelbank te Leeuwarden het lid maatschap van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank per 31 december 1962 heeft opgezegd. Het bestuur van de Centrale Bank is be reid geweest in grote mate aan de verlangens van de Zuivelbank tegemoet te komen. Deze verlangens gingen echter zó ver, dat de in williging ervan de grondslagen, waarop de samenwerking onzer banken is gebaseerd, in gevaar zou hebben gebracht. Wij beschouwen het einde van het bijna vijftigjarig lidmaatschap van de Zuivelbank als een zeer teleurstellend resultaat van de ernstige pogingen, die door de Centrale Bank zijn gedaan om het verbreken van de eenheid te voorkomen. In de R.B. van mei 1962 maakten wij melding van het advies betreffende de Al gemene Premiespaarregeling, dat door de staatssecretaris van Algemene Zaken, drs. W. K. N. Schmelzer, aan de S.E.R. gevraagd is. Met name werd advies gevraagd ten aan zien van het stellen van een inkomengrens van 15.000,voor deelneming in de re geling en ten aanzien van de verhouding tussen de algemene spaarregeling en de ge- premieërde bedrijfsspaarregelingen. In haar vergadering van 6 juli jl. behan delde de raad het ontwerp-advies van een commissie van voorbereiding onder voorzit terschap van prof. dr. C. Goedhart. Deze commissie was eenstemmig van oordeel, dat het jaarlijks spaarbedrag, waarover een pre mie van 20 percent zal worden betaald, beter op 200,— a 250,— dan op het voorgestelde bedrag van 400,kon wor den gesteld. Doordat zowel de man als de vrouw afzonderlijk kunnen deelnemen, zul len bij een maximaal spaarbedrag van 400,de beter gesitueerde echtparen, die eigenlijk geen stimulans nodig hebben om tot besparingen te komen, in staat zijn de premie te verwerven over het maximale spaarbedrag, terwijl de echtparen met la gere inkomens, het enkelvoudige maximum veelal slechts met moeite zullen halen. Geen eenstemmigheid heerste in de com missie van voorbereiding over de vraag of Vele banken hebben weliswaar het gewij zigd advies van de Centrale Bank inzake de debetrente in rekening-courant van 27 Eipril jl. reeds opgevolgd; vele andere ban ken hebben dit echter nog niet gedaan. Zij lopen het gevaar, dat zij de resterende kre dietruimte in versneld tempo zullen zien inkrimpen en dat zij bij overschrijding van de kredietgrenzen te laat zullen merken, dat de „boete" een stuk kostprijs van de krediet verlening is, die zij dan niet meer op de kredietnemer kunnen verhalen. COÖPERATIEVE ZUIVELBANK TE LEEUWARDEN ALGEMENE PREMIESPAARREGELING 291

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 5