Man en paard Vervanging en Vakantie Geachte redactie, In de Raiffeisen-Bode van juni 1962 las ik: „Vervanging en Vakantie". Dit vraagstuk is niet nieuw. Reeds toen ik kassier werd in 1947 had men hiermee te kampen en heb ik dit persoonlijk ervaren. Toch had dit m.i. al lang opgelost kunnen zijn. Het is nu eenmaal zo, dat men met schrijven en praten alleen niet verder komt. De daad moet bij het geschrevene en ge sproken woord worden gevoegd. M.a.w. het moet worden aangepakt en geregeld, hetzij door de Raiffeisenbank zelf, hetzij in Ring- verband. M.i. is de oplossing inderdaad te vinden in een of meer arbeidsreserves, naar gelang de behoefte is. Dan gaat bij ziekte of va kantie van de kassier het lopende werk ge woon door. Natuurlijk moet men deze re serve een goed salaris geven, daar zij altijd moeilijker werkt dan de kassier die ter plaatse bekend is. Pak dit nu eens direct aan en doe een op roep in de Raiffeisen-Bode voor een bepaald district. Het lijkt mij wel het beste, dat hier voor kassiers worden genomen met enkele jaren ervaring. De vacatures kunnen dan plaatselijk weer worden aangevuld. Hoogachtend, C. Hoogerheide, kassier Coöp. Boerenleenbank Hoedekenskerke Geachte redactie, Naar aanleiding van het artikel „Ver vanging en Vakantie" in de Raiffeisen-Bode van juni 1962 wil ik gaarne van de gelegen heid gebruik maken U een enkele, wellicht niet geheel originele, suggestie voor te leg gen. Voorop dient dan m.i. te staan dat het probleem voor de organisatie in de toekomst door twee oorzaken eerder kleiner dan groter zal worden. Enerzijds is daar het gestadig groeien der banken, anderzijds zien wij het samenvoegen van kleine banken; zowel deze groei als genoemde fusies zullen het aantal personeelsleden van de banken doen ver meerderen, waardoor het probleem in gun stige zin wordt beïnvloed. Ondanks deze tamelijk optimistische toe komstbespiegeling voor de organisatie in haar totaliteit, besef ik volkomen hoe nijpend deze situatie zich momenteel op vele banken kan voordoen. Daarom wil ik gaarne inhaken op één van de gedachten, die door de heer ir. J. S. Keyser in zijn door de aanwezigen zo spon taan onderstreepte rede op de jongste Al gemene Vergadering naar voren werd ge bracht en wel die, waarbij zo sterk het accent werd gelegd op nog grotere samenwerking in onze organisatie. Elke bank heeft toch in z'n naaste omge ving een „buurbank", waarmee men min of meer goede contacten onderhoudt. Is het nu niet mogelijk, dat de kassier of plaatsver vanger van zo'n buurbank de van zijn wel verdiende vakantie genietende collega ge durende enkele uren per dag vervangt en de dagelijkse zaken afhandelt. De van vakantie teruggekeerde kassier zal dan op zijn beurt zijn goede diensten aan de buurbank dienen te verlenen. In een enkele weken vóór de vakantie op te nemen advertentie in een Onder Wat ons bezig houdt" werd in het juninummer van de R.B. geschreven over „Vervanging en Vakantie". Indien de directeur!kassier door ziekte of andere oorzaak uitvalt, dan wel tijdelijk met vakantie is, rijst de moeilijkehid hoe de afwezige goed kan worden vervangen. Wij wezen er op, dat in dezen van de rayonbureaus geen directe hulpverlening mag worden ver wacht en wij wekten de lezers op hun suggesties voor een oplossing van de moeilijkheid onder „Man en paard" in te sturen. Onze oproep heeft bij twee lezers gehoor gevonden en wij geven hun mening hierbij gaarne door. 321

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 35