een iets verhoogd cafébezoek door mensen, die zelf de echte kermis nooit hebben mee gemaakt en zelfs daaraan doen de jonge mensen al nauwelijks meer mee. Ondanks dat, een feit blijft, dat Boskopers onderling afrekenen in de week, waarin de heiligendag van Petrus en Paulus, 29 juni dus, valt. Dit is een voortzetting van een wel zeer oude traditie. Toen de eigenlijke Bos- koopse dorpskom nog niet bestond, viel de kwekersgemeenschap onder de parochie van een kerk, die in Randenburg heeft gestaan en die aan deze heiligen was gewijd. Waar schijnlijk was die feestdag zowat de enige „snipperdag" per jaar, die men zich in die tijd veroorloofde en als men dan, langs zeer primitieve wegen, voor de kerkgang naar het centrum van de kwekersgemeenschap was gekomen, was de gelegenheid gunstig om meteen de lopende zaken af te handelen. Ofschoon er een betaaldag is bijgekomen, nl. 1 maart, verwisselen toch in „de kermis- week" nog miljoen guldens van eigenaar. Dit gaat tegenwoordig meestal via de bank, zoals de kassier zal kunnen bevestigen, maar vroeger gebeurde dit uitsluitend op straat, 's Maandags haalden dan alle Boskopers, die wat te betalen hadden, hun geld van de bank. De banken hadden dit dan van te voren aangevoerd in een ijzeren kistje met wielen er onder, dat met de boot of soms per rijtuig in Boskoop aankwam. Op woensdag, donderdag en vrijdag kwamen alle kwekers op het dorp bij elkaar en het geld wisselde van eigenaar, dikwijls verschillende keren. Sommige grote firma's zetten zelfs tafeltjes neer, dikwijls zag men mensen op ouderwetse manier gehurkt zitten en op de grond af rekenen. Dit ging door, tot de klok twaalf luidde en dan begaven velen, die het hele jaar rond nooit een café van binnen zagen, zich naar een van die gelegenheden voor een borrel of gingen koffie-met-kermiskoek ge bruiken bij een familielid. Behalve dat de traditionele aardbeien 's morgens geplukt moesten worden, werkte er op die dagen niemand. 1 Fooi Toen de bedragen steeds groter werden, gingen sommige firma's uitbetaling houden op hun kantoor. In de loods werden planken op kisten gelegd en daar zaten de kleinere kwekers dan op hun beurt te wachten. Ze gingen met de pet in de hand naar binnen en werden, na een korte begroeting, uitbetaald en het totale bedrag van wat zij in de loop van het jaar aan deze firma geleverd had den, werd uitgeteld. Op de tafel stond een kistje, waarachter de „bomenzoeker" (Bos- koops woord voor inkoper) zat en het was gewoonte, daarin een procent van het ont vangen bedrag te deponeren. Het fooien stelsel is in Boskoop altijd gebleven, ondanks betalingen via bank en giro, die steeds toe genomen zijn. Hoewel de kwekersorganisaties herhaaldelijk verzocht hebben met deze gewoonte te breken, gaan juist de inkopers van grote firma's nog heden met een paar 318

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 32