Ongunstige bedrijfsresultaten
Een verbetering van de rentabiliteit is ook
wel dringend nodig, omdat de laatste jaren
een bepaald ongunstig beeld hebben ver
toond. Dit blijkt nog eens duidelijk uit een
dezer dagen verschenen overzicht van het
C.B.S. van de bedrijfsuitkomsten van 1959/
1960. Hoewel gemiddeld van 4543 land
bouwbedrijven de opbrengsten ten opzichte
van het voorgaande jaar met 89,per ha
omhoog gingen, zijn de kosten over die pe
riode met 140,— gestegen, zodat het netto
overschot per ha daalde van 112,tot
61,Nadien is zeker geen verbetering
ingetreden. Integendeel, vooral de laatste
maanden is met name voor de gemengde
bedrijven een zorgwekkende situatie ontstaan
en worden bepaald sterke financiële uitkom
sten verkregen. Door het langdurig koude
voorjaar zijn de kosten, in verband met
voederaankopen, gestegen. Het mond- en
klauwzeer onder de varkens heeft gevoelige
stroppen veroorzaakt. Daartegenover staat
een zeer ongunstige prijsontwikkeling van de
veredelingsprodukten, waarbij met name de
eieren tot een ongekend dieptepunt zijn ge
daald, terwijl ook de slachtvarkens langdurig
lage prijzen noteerden. Vele gemengde be
drijven op zandgrond verkeren reeds in ern
stige betalingsmoeilijkheden.
Verbetering marktsituatie
Op grond van een drietal factoren kan een
verbetering van de marktsituatie worden
verwacht, een verbetering die zich bij enkele
produkten thans reeds doet gevoelen. In de
eerste plaats is er het mindere aanbod als
gevolg van de opbrengstdaling door de
koude weersomstandigheden. In de tweede
plaats kan het aanbod ook worden beïn
vloed door inkrimping van de beteelde op
pervlakten van bepaalde gewassen of ver
mindering van het aantal produktie-een-
heden. Verder kan ook de marktstructuur
worden verbeterd ten gevolge van de ver
dere doorwerking in de E.E.G., met name
nu door het in werking treden van enkele
verordeningen het gemeenschappelijk beleid
gestalte begint te krijgen.
Aan de hand van de marktsituatie zoals
deze zich thans voordoet willen we zeer
in het kort eens nagaan in hoeverre bo
vengenoemde factoren hun invloed doen ge
voelen.
Tuinbouw
Vooral in de tuinbouw b.v. bij jonge
groenten en fruit is de grootte van het
aanbod veelal in sterke mate bepalend voor
de prijs. Waar in de tuinbouw sprake is van
een geheel vrije prijsvorming, welke bepaald
wordt door de wet van vraag en aanbod, is
dit voorjaar weer heel duidelijk gebleken,
dat de natuur daarbij een heel belangrijke
rol speelt. „Het weer is de koopman" geldt
wel in sterke mate voor de produkten van
de tuinbouwsector. Zodra echter de aanvoer
belangrijk toeneemt kan er al gauw te veel
worden aangeboden. Hoe wisselvallig het
dan met de prijzen kan zijn blijkt uit het
feit, dat een maand geleden de sla verkocht
werd tegen, abnormaal hoge, prijzen van 30
tot 40 cent per krop, terwijl de bloemkool
f Itot 1,50 per stuk noteerde. Enkele
weken later was voor de bloemkool nog maar
0,30 te maken en kwam de sla niet veel
hoger dan 4 a 5 cent per krop. Zo was ook
thans doordraai niet te voorkomen en gin
gen grote hoeveelheden naar de mestvaalt
of de koeien.
Waar de tuinbouw in zeer sterke mate op
export is aangewezen, is de dezer dagen in
werking getreden E.E.G.-verordening, waar
bij gemeenschappelijke kwaliteitsnormen
gelden voor de meeste groente- en fruitpro-
dukten van grote betekenis. Aan de inde
ling in kwaliteitsklassen Extra, I en II is
gekoppeld een geleidelijke vrijmaking van
het handelsverkeer tussen de E.E.G.-landen
onderling. Met ingang van 30 juli mogen
voor de kwaliteitsklasse Extra geen belem
meringen meer in de weg worden gelegd.
Later zullen de klassen I en II volgen. On
getwijfeld zal deze afzetverruiming ook de
prijsvorming ten goede komen.
Intussen blijkt de tuinbouw voldoende dy
namisch om zich bij wijzigende omstandig
heden aan te passen. Zo heeft de glastuin-
298