vormingsmaatregelen van de overheid b.v.
op de activiteiten van de spaarbanken
moeten steunen.
Er zijn voor die maatregelen verschillende
methoden denkbaar, b.v. het toekennen van
spaarpremies (Jeugdspaarwet, ambtenaren-
spaarregeling) en het verlenen van fiscale
tegemoetkomingen met betrekking tot door
werkgevers verleende spaarpremies en winst
uitkeringen. De regering wil met de maat
regelen een zo groot mogelijke groep berei
ken. Een andere methode, namelijk het ver
lenen van fiscale vrijstelling t.a.v. een be
paald bedrag aan inkomsten uit bezit, heeft
naar de mening van de staatssecretaris, zo
lang nog velen geen noemenswaard spaar
tegoed hebben, een minder brede werking
dan de eerder genoemde methoden, die meer
direct op de vorming van nieuwe bespa
ringen zijn gericht. Daarom werd daaraan
voorshands de voorkeur gegeven.
De regering is er zich van bewust aldus
de staatssecretaris dat de weg die zij ge
kozen heeft, een lange weg is. Willen de
maatregelen namelijk succes hebben dan zal
waarschijnlijk gedurende een groot aantal
jaren een stimulans nodig zijn om sparen en
bezitsvorming voor de grote massa van de
bevolking aantrekkelijk te maken.
In het verdere deel van zijn betoog merkte
de staatssecretaris op, dat tot het welslagen
van het bezitsvormingsbeleid de medewer
king en de steun ook van de spaarinstellingen
een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Ten
aanzien van de voorlichting en propaganda
constateerde hij hier een wisselwerking,
waarbij enerzijds de specifieke bezitsvor
mingsmaatregelen aanleiding geven tot spe
ciale acties en anderzijds bij die acties de
aandacht wordt gevestigd op de spaarinstel
lingen. De regeringspolitiek, aldus de staats
secretaris, kan te gemakkelijker slagen door
dat de spaarinstellingen hun medewerking
hebben gegeven b.v. bij de uitvoering van de
Jeugdspaarwet en de ambtenarenspaarrege-
ling, terwijl zij ook op het gebied van be-
drijfsspaarregelingen heel wat werk ver
zetten.
(Vervolg Financieel overzicht.
Van de door de schatkist geboden moge
lijkheid tot het afnemen van viermaands
schatkistpromessen vervallende in oktober,
de maand van de zware belastingbetalingen,
werd flink gebruik gemaakt en in totaal is
in juni naar raming ten minste 125 miljoen
afgenomen. Met ingang van 21 juni heeft de
schatkist echter de afgifte van viermaands
promessen gestaakt, terwijl de Nederlandsche
Bank zich ingaande 22 juni tot nader order
bereid verklaarde, tot verlichting van de
geldmarkt, schatkistpapier dat uiterlijk 1
augustus vervalt te kopen op basis van een
disconto van 23A °/o. Tijdelijk is de notering
voor daggeld door de ingetreden verkrap-
ping tot 2 °/o opgelopen.
(Vervolg wetsontwerp financiering kapitaaluitgaven publiekrechtelijke lichamen).
Hiervoor zal, in tegenstelling tot de op
dit moment van kracht zijnde regeling,
geen beroep op de Bank voor Nederland
sche Gemeenten behoeven te worden ge
daan, omdat het rentegamma ontbreekt.
Het is begrijpelijk, dat dit eenvoudige
principe gepaard gaat met een ingewikkeld
stelsel van wettelijke maatregelen. Als be
langrijkste punten kunnen wij nog noemen,
dat in het wetsontwerp de mogelijkheid
wordt geopend om te voorkomen dat door
publiekrechtelijke lichamen te veel kasgeld
wordt opgenomen.
Voorts, dat in tijden van conjuncturele
spanningen door de betrokken ministers
een plafond kan worden aangegeven, tot
welk bedrag lange leningen zullen mogen
worden opgenomen. Als sluitstuk op deze
plafondregeling zal bij overspanning van de
kapitaalmarkt weer een centrale financie
ring kunnen worden ingesteld.
Gaarne zijn wij bereid nader in te gaan
op vragen, die naar aanleiding van dit ar
tikel bij u mochten opkomen.
277