instelling voor de aangesloten banken in de noordelijke provincies. In de aanhef van de circulaire van 22 ja nuari 1949 werd geschreven: „Het doel van het bijkantoor en van het rayonbureau is, het landbouwkredietwezen in zijn geheel in Groningen zo goed mogelijk te doen func tioneren." Wij kunnen constateren, dat men hier zeer zeker in geslaagd is. D. Snater Wij concluderen dit in het huidige num mer, omdat de heer D. Snater, die het Gro ningse kantoor in werking heeft gesteld en er nog steeds leiding aan geeft, op 1 augus tus a.s. de dag herdenkt, dat hij veertig jaar geleden bij de Centrale Bank in dienst trad. (Vervolg kroniek van land- en tuinbouw). moeten worden wat op een bepaald moment en in een bepaald gebied het zwaarst weegt. Waar zoveel belangen kunnen botsen is door de A.N.W.B. dezer dagen zelfs be pleit, dat het recreatiebeleid wordt gecen traliseerd onder een speciale minister voor de recreatie. Er ontstaat langzamerhand een ontstel lend gebrek aan ruimte. De bevolkingsaan was, de stijgende levensstandaard, de steeds verdergaande motorisering van de bevol king en de toeneming van de vrije tijd zijn factoren, die de behoefte aan recreatie in Voordat de heer Snater naar Groningen verhuisde was hij, met tweemaal een onder breking voor de militaire dienst, reeds in de inspectie werkzaam. Ook is door hem nog korte tijd leiding gegeven aan de afdeling Boekhouding, totdat deze taak door de heer Dalmulder werd overgenomen. Zijn grootste bijdrage heeft hij echter ge leverd als directeur van het kantoor Gro ningen. Hij heeft in de noordelijke provincies de belangen van de organisatie op uitstekende wijze behartigd en er binnen en buiten de organisatie vele goede vrienden gemaakt. Het komende jubileum is daarom niet al leen een feest voor de Centrale Bank, doch tevens een gedenkwaardige dag voor de relaties van ons Groningse bijkantoor. de vrije lucht doen toenemen. Dit recreatie- vraagstuk is de aandacht van de boer en zijn organisaties dubbel en dwars waard. Ondanks het feit, dat de onteigening van landbouwgrond altijd en direct slachtoffers maakt, zal toch ook de georganiseerde boerenstand positief mee moeten werken aan het probleem van de verpozing van onze stadsbevolking. Alleen wanneer deze zaken nuchter en zonder een te veel aan sentiment onder ogen worden gezien, zal een goede „samenleving" tussen stad en platteland kunnen worden bevorderd. Gaarne voldoen wij aan het verzoek van onze bank in Ambt-Vollenhove om een plaatje af te drukken van het nieuwe bank gebouw, dat nu al weer ruim een jaar ge leden officieel werd geopend. AMBT-VOLLENHOVE 264

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 10