Na de pauze De stemming gedurende de lunchpauze in de grote Bernhardhal was zeer geanimeerd. Honderden bezoekers hebben met grote be langstelling kennis genomen van de exposi ties die door de afdeling Materiaal en de afdeling Publiciteit waren georganiseerd. Na de hervatting van de vergadering hield ir. J. S. Keyser zijn afzonderlijk in dit num mer opgenomen rede over „De grondslagen van onze samenwerking". Toespraak van ir. Wellen Ir. J. W. Wellen, directeur-generaal van de landbouw, sprak vervolgens met een kort woord de vergadering toe. Het verheugt hem, dat er zulk een plezierige samenwerking bestaat tussen het departement en de Raiffeisenorganisatie o.a. in het Borgstellingsfonds voor de Landbouw. Ir. Wellen onderstreepte, dat voor het moderne landbouwbedrijf grote investeringen nodig zijn. In deze tijd van geweldige toename in de investeringskosten moeten er grote risico's door de boer genomen worden. Hij kan die niet alleen dragen, vooral niet omdat hij daartoe niet voldoende middelen heeft. Ge lukkig hebben zich andere inzichten baan gebroken. Een soepeler beoordeling van de aanvragen en een goede samenwerking tus sen alle bij het landbouwkrediet betrokkenen zal vele vruchten opleveren. Rondvraag De heer J. W. A. Lefeber, voorzitter van het bestuur van de Coöperatieve Boerenleen bank voor Lisse en naaste omgeving, spreekt een enthousiast hartelijk dankwoord tot de raad van toezicht, het bestuur en de directie van de Centrale Bank. De heer Lefeber heeft reeds vele malen de algemene vergadering bijgewoond en is geïmponeerd door de veel zijdigheid van de aangesloten banken. Hij verklaart zeer erkentelijk te zijn voor de moeite, die de Centrale Bank zich steeds in het belang van de banken getroost. Sluiting In zijn slotwoord dankt de voorzitter van de raad van toezicht, de heer Wind, voor de grote belangstelling. De heer Wind bedankte vooral voor de prachtige uiteenzetting van de heer Keyser, die kennelijk met grote aan dacht en instemming door alle aanwezigen werd aangehoord. Daarin werd weer eens goed uiteengezet welke plaats elke boeren leenbank in de organisatie inneemt en wat hechte samenwerking van de boerenleen banken voor de organisatie en de gehele landbouw betekent. Ook de heer Lefeber betrok de heer Wind in zijn dankwoord. Hij waardeerde de toe spraak van de heer Lefeber als een compli ment en een steun voor het door de raad van toezicht, het bestuur en de directie gevoerde beleid. leder der aanwezigen zal op zijn eigen plaats een dienende functie in onze organi satie moeten uitoefenen. Wij moeten geen grootheid zoeken: grootheid zij het resultaat, niet het doel van ons werken. De heer Wind spoort de vergadering aan om in de geest van Raiffeisen samen nuttig te zijn en samen eensgezind te zijn. Dit brengt mede, dat wij bereid moeten zijn verant woordelijkheid te dragen, ook in het belang van onze medemens. RECTIFICATIE In het artikel Financieringservaringen op genomen in het meinummer van de R.B. zijn tot onze spijt enkele woorden weggevallen. De 2e alinea op pagina 192 dient als volgt gelezen te worden: „Wij herhalen, dat de financiering van een bedrijf steeds beoor deeld moet worden op basis van het gehele bedrijf en nimmer op basis van bedrijfs onderdelen." 236

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 30