nationale belangen boven de internationale samenwerking in Europees verband opgeld doen, blijkt wel heel duidelijk uit de import stop voor eieren, welke dezer dagen door Duitsland is afgekondigd en die een ware chaos op de eiermarkt heeft veroorzaakt. Door een vergrote invoer behalve uit Nederland vooral ook uit Polen en een sterk stijgende eigen produktie, was de Duitse markt overvoerd en zakte het prijs peil ineen. De invoering van een minimum prijs waar beneden geen import wordt toe gestaan, wordt door Duitsland gemotiveerd met de bewering, dat andere Europese lan den reeds eerder tot een voor de nationale produktie beschermende maatregel waren overgegaan. Tevens wilde men speculaties vóór de inwerkingtreding van de eerste fase van de gemeenschappelijke markt voor eie ren per 1 juli a.s. voorkomen. Overigens hadden wij over de eerste vier maanden reeds bijna een miljard consump tie-eieren uitgevoerd, of ongeveer 18 meer dan in de overeenkomstige periode van het vorige jaar. Voor dit grotere kwan tum werd echter een 5 °/o lager bedrag ont vangen. De ongunstige prijsvorming heeft invloed op de te verwachten uitbreiding van de pluimveestapel. Hoewel de inleg van broedeieren voor legrassen ten opzichte van het vorig jaar inmiddels is gedaald met ongeveer 15 bedroeg deze van 1 juli 1961 tot april 1962 toch altijd nog het res pectabele aantal van 75 miljoen stuks. De E.E.G. werkt door Hoewel nog niet alle partnerlanden han delen in de geest van de E.E.G., werken de besluiten tot het voeren van een gemeen schappelijk landbouwbeleid toch langza merhand door. Dit zal in nog veel sterkere mate het geval zijn indien straks, na 1 juli, de verordening voor een aantal produkten in werking zal zijn getreden. Zo zal ook in Nederland de nationale vrijheid tot het voeren van een eigen beleid geleidelijk verminderen en ons garantie- prijsbeleid en het daarbij behorende instru mentarium worden vervangen door de ba sis van het gemeenschappelijk beleid en door de middelen van de E.E.G. De minis ter deelde bij de behandeling van de land bouwbegroting in de Eerste Kamer dan ook mede, dat wij met het garantieprijsbeleid in het komende voorjaar reeds in een moei lijke overgangsperiode komen met een mengvorm van nationaal en internationaal beleid, zodat het aanbeveling zal verdie nen het nationale beleid een meer globaal karakter te geven, overigens met handha ving van garantieregelingen, eventueel met noodzakelijke correcties, die voortvloeien uit het E.E.G.-landbouwbeleid. Daarbij ligt het in de lijn van de verwachtingen dat wij ons graanprijspeil wat omhoog zullen moe ten brengen. Wellicht zal de verdere voortschrijding van de E.E.G. ook de door het Landbouw schap reeds lang bepleite verbreding van het garantiebeleid kunnen brengen. Zo is de regering thans nog niet bereid in het nationaal beleid een garantieregeling in het leven te roepen voor het produkt koolzaad, dat bij de tegenwoordige prijsverhoudingen een verlies oplevert van ongeveer 650, per ha. Wellicht is een regeling in het raam van de E.E.G. echter wèl mogelijk. Voorts zal men ook bij het produkt vlas in de E.E.G. moeten komen tot gelijke con currentievoorwaarden en gemeenschappe lijke mededingingsregelingen. Waar reeds enige jaren in de beide andere vlas- producerende landen Frankrijk en Bel gië belangrijke subsidies werden ver leend, raakte de Nederlandse vlasverwer- kende industrie danig in de knel. Na her haalde aandrang van Landbouwschap en vlassers heeft de regering thans besloten voor de oogst 1962 een subsidie te verlenen van 160,per ha in Nederland verwerkt vlas. Wanneer in de toekomst, bij een ge meenschappelijk beleid, onderlinge discri minaties zijn opgeheven, mag zeker ver wacht worden dat bij een vrije competitie ook het produkt vlas voor de Nederlandse landbouw gunstige mogelijkheden inhoudt. 223

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 17