Kroniek van land- en tuinbouw
Het lijkt wel of de natuur dit jaar enigs
zins in de war is en de „lente" in 1962
wordt overgeslagen. Begin juni doen zich
de uitlopers van de lange winter nog steeds
gelden. Het abnormaal koude voorjaars
weer heeft de plantengroei nogal vertraagd
en als op de 21ste van deze maand inder
daad de zomer aanvangt, zullen de gewas
sen en het grasland nog in sterke mate van
de warmte en de zonneschijn moeten profi
teren.
Zo ervaart de hoer ook dit jaar weer,
dat hij de produktie bepaald niet in de hand
heeft en blijkt duidelijk zijn afhankelijkheid
van de wisselvalligheden van de natuur.
Het is leerzaam dat ook de consument
thans eens met de gevolgen van deze na-
tuur-afhankelijkheid van de landbouwpro-
duktie wordt geconfronteerd, vooral omdat
de niet-agrarische bevolking er veelal van
uitgaat, dat in het kader van de landbouw
politiek steeds weer „steun" moet worden
verleend op de door de landbouw geprodu
ceerde overschotten. En wanneer er dan in
plaats van overschotten een schaarste dreigt
te ontstaan in de voorziening van de eer
ste levensbehoeften, is men er al gauw bij
om de consument tegen de gevolgen van
een dergelijke schaarste namelijk ho
gere prijzen te beschermen. Hoewel de
landbouw in het algemeen voldoende be
grip weet op te brengen voor de maatrege
len op de aardappelmarkt, valt toch op, dat
de regering blijkbaar makkelijker maat
regelen treft ter afremming van de prijzen
naar boven dan ter ondersteuning van een
voor de producent ongunstige prijsontwik
keling.
Grasgroei
Niet alleen in de akkerbouw- en tuin
bouwsector heeft de natuur dit jaar een ver
tragende invloed op de produktie, ook de
grasgroei komt dit jaar in vele percelen
moeilijk op gang. De eetlust van de koeien,
die dit voorjaar zo lang op stal moesten
staan, houdt bijna gelijke tred met de pro
duktie van het grasland. De hooiwinning
en het inkuilen kunnen daardoor pas op
een laat tijdstip plaatsvinden, terwijl er bo
vendien in tegenstelling tot het vorige
voorjaar thans zeker geen sprake zal
zijn van een overtollige oogst.
Bovendien hebben ook de emelten op vele
percelen nogal schade toegebracht. De
slechte grasgroei in het voorjaar, de emel-
ten-vreterij, de zware veebezetting en de ge
ringe oude voorraden, doen verwachten dat
de ruwvoedervoorziening voor de komende
winter wel eens zorg kan baren. De boer zal
dan ook zo veel mogelijk maatregelen moe
ten treffen om de grasgroei te bevorderen
en om de verliezen bij de beweiding en bij
de voederwinning zo veel mogelijk te be
perken.
De onvoldoende ruwvoederwinning zal
ongetwijfeld ook zijn invloed doen gelden
op het reeds sterk toegenomen krachtvoeder-
verbruik. De aankopen van veevoeder ten
behoeve van de Nederlandse veestapel
stegen de laatste 10 jaar reeds van een half
miljard tot anderhalf miljard gulden. Per
koe werd driemaal zoveel mengvoer en
tweemaal zoveel krachtvoer verbruikt als
tien jaar geleden. De voederaankopen vor
men dan thans ook de allergrootste post
(42 °/o) van de produktiekosten van alle
Nederlandse bedrijven.
Rundvlees
Door de verdere opvoering van de voe
deraankoop grotendeels uit import
behoeft de veeteeltproduktie als zodanig
de natuur speelt de landbouw weer parten;
actiever beleid in de slachtveesector;
ook in de E.E.G. nog geen oplossing voor hel zuivelprobleem;
Duitse importbeperking veroorzaakt chaos op eiermarkt;
E.E.G. werkt door in het nationale beleid;
intensieve samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven bij voorlichtingsactiviteiten.
221