Wat ons bezig houdt JAARVERSLAG NEDERLANDSCHE BANK Wie zich een beeld wil vormen van de achter ons liggende economische ontwikke ling in ons land, kan niet beter doen dan het jaarverslag van de president van de Nederlandsche Bank raadplegen. Dit ver slag bevat ieder jaar weer een overvloed van gegevens, die voor de beoordeling van de gang van zaken hoogst interessant zijn. Met grote nauwkeurigheid wordt de weg beschreven en beoordeeld, die onze econo mie gevolgd heeft en worden afwijkingen van de gewenste koers gesignaleerd. Ook de gevaren voor de toekomst worden dui delijk aangegeven. Het verslag over 1961 is vooral bekend geworden door de uitspraken over de te verwachten economische groei in ons land. De president is ten aanzien van deze groei niet geheel gerust. Daarvoor zijn oorza ken aan te wijzen. In de eerste plaats komt het expansieproces aan een natuurlijk einde bij uitputting van de capaciteitsreserves. Het beschikbare arbeidspotentieel stelt de laatste tijd vrijwel een absolute grens aan de verdere opvoering van de produktie. Het komt ons echter voor, dat dit feit als zodanig nog geen aanleiding behoeft te ge ven tot ongerustheid. Een afremming van de groei door gebrek aan beschikbare capa citeit kan men gewoonlijk wel voorzien, zo dat het ook mogelijk is het economisch- politiek beleid daarop tijdig af te stemmen. Zeer merkwaardig is het, dat de politieke autoriteiten in Nederland in dit opzicht voor een opgave zijn komen te staan, die men tien jaar geleden nog voor volstrekt onmogelijk hield. In plaats van een politiek van werkgelegenheid waar in de na-oor- logse jaren steeds een zwaar accent op heeft gelegen moest er in de laatste jaren juist in tegengestelde richting worden gewerkt. Wanneer een afremming van het groei proces de neiging heeft sterker te worden dan door de capaciteitsgrenzen noodzakelijk is, ontstaat er wel reden om minder gerust te zijn. Deze sterkere afremming kan dan ontstaan, wanneer de vraag naar goederen en diensten verstek laat gaan in vergelij king met het aanbod, b.v. doordat de vraag uit het buitenland vermindert of doordat de investeringen worden beperkt. Ook een vermindering van de consumptieve vraag zal tot een laagconjunctuur kunnen leiden. Uit het jaarverslag blijkt, dat de president zijn ongerustheid motiveert door te wijzen op oorzaken, die tot een vermindering van de vraag naar goederen en diensten kunnen leiden. De concurrentiepositie van Neder land tegenover het buitenland is zwakker geworden, hetgeen onze exportmogelijk heden niet ten goede komt. Bovendien is de aantrekkelijkheid voor ondernemers om uit breidingsinvesteringen door te voeren, door kostenstijgingen eveneens verminderd. Een periode van voorzichtig economisch hande len en politiek denken is aangebroken. Uit de veelheid van interessante gegevens uit het verslag blijkt ook, dat het verschil tussen nationale besparingen en nationale investeringen kleiner wordt. De besparingen die in de afgelopen jaren steeds groter zijn geweest dan de investeringen, naderen nu meer het evenwichtspunt. Zouden zij in de toekomst het peil van de investeringen niet bij kunnen houden, dan is een sterke in flatoire druk te vrezen. Over het sparen bij de traditionele spaar- instellingen wordt opgemerkt, dat de cij fers over de omloopsnelheid nog een rustig het jaarverslag van de Nederlandsche Dank de vervanging van personeel van aangesloten banken de tweede fase van de Gemeenschappelijke Europese Markt de advertentiecampagne 217

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 11