betoog van de heer Keyser. Met grote ernst wees de spreker er op, dat coöperatie betekent het aanvaarden van rechten zowel als van plichten. De gebondenheid is in de coöpe ratie de natuurlijke begeleider van de vrijheid. In vele sectoren van coöperatie zien wij dat de „macht" der plaatselijke coöperaties ver mindert en die der „top-coöperaties" toe neemt. Dit is onontkoombaar, want de omstandigheden dwingen er toe. Merkwaardigerwijze is er echter bij de boerenleenbankorganisatie geen tendens naar meer zeggenschap aan de top. De verhoudin gen tussen de centrale organisatie en de plaatselijke banken zijn in wezen nog dezelfde als voor de oorlog. Onze banken zijn, ondanks alle verande ringen in de uiterlijke omstandigheden, zelf standige banken gebleven. Dank zij het feit, dat zij in de Centrale Bank de handen ineen geslagen hebben, staan zij echter niet alleen! De veelheid en de diversiteit van de afzonderlijke banken heeft haar kracht ont vangen door de onderlinge samenwerking in een centraal verband. Aan het slot van zijn rede deed de heer Keyser een klemmend beroep op zijn gehoor om de samenwerking in de Raiffeisenorga- nisatie niet te laten verslappen: „Wij onderhouden een echte saamhorig heid. Ieder lid kan zich laten gelden, ieder belang, ook het kleinste, kan tot zijn recht komen. Onze eenheid heeft rijke vrucht gedragen. Wij zullen echter ook hecht aaneengesloten moeten blijven, want er wordt nog veel van ons verwacht. Grote veranderingen in onze samenleving voltrekken zich in snel tempo en doen hun invloed in onze banken en hun organisatie gelden. Nu, meer dan ooit, is het zaak hecht aan gesloten te blijven en onze saamhorigheid te bewaren. Deze vormt de basis waarop onze organisatie is gebouwd en de grondslag van haar werkwijze." Door dezen willen wij gaarne alle leden der organisatie, die op de een of andere wijze blijk hebben gegeven van hun belangstelling en medeleven, eerstens tijdens de ziekte van onze vader, de heer H. J. Hendriksen, oud-directeur der Coöperatieve Centrale Raiffeisen- Bank, daarna bij het overlijden van onze moeder, mevrouw S. A. Hendrik sen-Abbenbroek op 3 april jl., en ver volgens bij het heengaan van vader op 21 mei jl., zeer danken voor elke vorm van hartelijk medeleven. C. L. VAN LEUSDEN-HENDRIKSEN, Lunteren J. HENDRIKSEN, Utrecht 216

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 10