studie neemt en nagaat in hoeverre niet al leen de afzet (weinig) kan worden vergroot, doch ook de produktie meer aan de koop krachtige vraag kan worden aangepast. Eieren Ook in de pluimveesector heeft de cata strofale daling van de cierprijzen geleid tot overweging van de vraag of geen markt- ordenende maatregelen kunnen worden ge troffen om dergelijke dieptepunten het laagste sinds de bevrijding te voorkomen. Gedacht werd b.v. aan het opruimen van oude legkippen. De ontwikkeling heeft er namelijk toe geleid, dat veel minder kuikens zijn opgezet en meer oude legkippen zijn aangehouden. Het gevaar van het „achter de markt aanhollen" kan leiden tot grote prijs- schommelingen, waarmee zeker ook de pluimveehouder niet is gediend. Wellicht zal men in de toekomst, via een goede marktverkenning, kunnen komen tot een produktie-advies, maar ook tot verschuiving van het broedseizoen, en misschien voor tijdige opruiming van een deel der pluim veestapel. Van big tot blik Dat overigens door middel van markt- ordenende maatregelen geen wonderen kun nen worden verricht, blijkt wel weer in de varkenssector. Niettegenstaande nog steeds duizenden varkens in de koelhuizen verdwij nen en ook de mond- en klauwzeerepidemie vele duizenden heeft opgeruimd, ligt er nog steeds een druk op de prijzen. Op langere termijn is men overigens minder ongerust. Een pakkend beeld van wat de varkens opbrengen en wat allemaal vastzit aan de produktie en afzet van varkensvlees, is te vinden in een recent rapport van het L.E.I.: „De economische betekenis van de varkens houderij in Nederland". Daarin is o.a. na gegaan hoeveel geld (grondstof, kosten, werk), door iedere deelnemer aan de be drijfskolom „van big tot blik" is hijgedragen en hoeveel voor iedere groep van medewer kers de afzet opbrengt. Het blijkt dat een varken, dat levend afgeleverd van de boer derij gemiddeld 89,opbrengt, tenslotte, in de juiste vorm versneden en ingeblikt, een winkelwaarde van bijna 250,ver tegenwoordigt, waarmee velen aan hun trek ken komen. Van deze 250,voegt de vleeswaren- industrie zelf ongeveer 80,toe, de var kenshouderij ruim 35,de akkerbouwer 28,de nijverheid 23,handel en verkeer 22,de diensten 13,en de veevoederindustrie ruim 6, Ook schaarste Hierboven hebben wij, vooral in de zuivel sector, gewezen op het toenemende probleem van overschotten, veroorzaakt doordat de produktietoename groter is dan de con sumptiestijging. Overigens werd het Neder landse volk de laatste maand, in plaats van met overvloed, tijdelijk geconfronteerd met schaarste en hoge prijzen. Door het late voor jaar en een plotseling opkomende export- vraag, onderging de consumptieaardappel prijs een enorme stijging. De minister van Landbouw en Visserij rag zich zelfs ge dwongen weer hoewel hij dit officieel enkele jaren geleden had afgelegd het jasje aan te trekken van „Voedselvoorzie ning". Teneinde een tekort te voorkomen moest de export van aardappelen worden afgeremd. Ook de groentemarkt werd, niet alleen hier maar in heel Europa, danig door de weersomstandigheden in de war gebracht. De schaarste en hoge prijzen hebben echter slechts een tijdelijk karakter. Reeds reageer den vele telers van volle-grond-groenten op de hoge prijzen door het uitzaaien en uit- planten van extra veel groenten. Mede door het opheffen van de, sinds de dertiger jaren gehanteerde, teeltregelingen in de tuinbouw, bestaan zelfs extra mogelijkheden tot uit breiding. Een grote aanvoer, met uitgespro ken lage prijzen en met doordraaien op de veilingen, lijkt dan ook geenszins uitgesloten. Zo blijkt dat het in de tuinbouw al niet veel anders is dan in de akkerbouw en var kens- en pluimveehouderij. Iedere schaarste, met enigszins aantrekkelijke prijzen, bergt in zich reeds de kiem van overvloed. 167

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 9