Het voorkeursrecht van de pachter Een voor de landbouw zeer belangrijke wet is de wet op de Vervreemding van Land bouwgronden. Daarin wordt o.m. de prijsbe- lieersing van landbouwgronden geregeld. Een overeenkomst tot overdracht van land of tot vestiging, wijziging, verlenging of over dracht van een zakelijk recht op land behoeft de goedkeuring van de Grondkamer. Behalve de prijsbeheersing van landbouw gronden regelt de zoéven genoemde wet nog andere onderwerpen, waaronder met name het voorkeursrecht van de pachter. Indien de verpachter tot vervreemding van het ge pachte goed wil overgaan, is de pachter ge rechtigd het goed te kopen tegen de door de Grondkamer vast te stellen hoogst toelaat bare tegenprestatie. De wet Vervreemding Landbouwgronden heeft slechts een beperkte duur. Deze wet vervalt namelijk op 1 januari 1963. Oor spronkelijk was bepaald, dat de wet zou ver vallen op 1 januari 1959. De Kamer heeft toen voor de keus gestaan, om de wet te laten vervallen, dan wel te laten voorbestaan, hetzij voor een bepaalde, hetzij voor een on bepaalde tijd. De Kamer heeft destijds ge kozen voor het laten voortbestaan van de wet tot 1963. Of de wet nu op 1 januari 1963 zal vervallen, is niet geheel zeker. Een lid van de Tweede Kamer heeft namelijk een wetsvoor stel ingediend, om aan de wet Vervreemding Landbouwgronden een onbeperkte tijdsduur te verlenen. Voorstel tot wijziging van de Pachtwet De regering heeft van haar zijde te kennen gegeven, voornemens te zijn de wet op 1 januari 1963 te laten vervallen. Men wil echter wel een bepaald bestanddeel van de wet laten voortbestaan. Het ligt namelijk in het voornemen van de regering, in de Pacht wet een aantal wijzigingen aan te brengen, waardoor de pachter een betere positie krijgt, ingeval de verpachter tot vervreemding van het gepachte goed wil overgaan. Bij de Tweede Kamer zijn derhalve voorstellen tot wijziging van de Pachtwet ingediend. Voorkeursrecht van de pachter Deze voorstellen houden in de eerste plaats in, dat het voorkeursrecht van de pachter zal blijven bestaan. Het zal echter duidelijk zijn, dat het na het vervallen van de wet Ver vreemding Landbouwgronden niet gemakke lijk is om een goede regeling voor het voor keursrecht van de pachter te geven. In de wet Vervreemding Landbouwgronden kon worden bepaald, dat het voorkeursrecht van de pachter uitgeoefend kon worden tegen de hoogst toelaatbare prijs. Een zodanige be paling zal na het vervallen van die wet niet meer gemaakt kunnen worden, omdat er niet een hoogst toelaatbare prijs is. Het wetsontwerp wil dit aldus oplos sen, dat de pachter de gelegenheid moet krijgen om te kopen, indien de verpachter tot vervreemding wenst over te gaan. Bij gebreke van overeenstemming tussen pachter en ver pachter zal de koopprijs die tussen hen zal gelden vastgesteld worden door de Grond kamer. Van de beslissing van de Grondkamer staat beroep open op de Centrale Grond kamer. Indien door de Grondkamer of door de Centrale Grondkamer een prijs is vastge steld, zijn zowel de pachter als de verpachter alsnog vrij om te verklaren, dat zij van de koop afzien. Wanneer de pachter verklaard heeft, van de koop af te zien, zal de ver pachter het onroerend goed binnen één jaar na de vaststelling van de prijs door Grond kamer of Centrale Grondkamer niet mogen verkopen dan in het openbaar of tegen ten minste de getaxeerde waarde. Positie hypotheekhouder In het ontwerp is zorg gedragen, dat de In de Kroniek van land- en tuinbouw van maart jl. werd, in verband met het eventueel vervallen van de wet Vervreemding Landbouwgronden, aandacht geschonken aan het voor keursrecht van de pachter. In het hieronder volgende artikel wordt nader op dit onderwerp ingegaan. 197

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 39