het bedrijf, dan ontbreekt dit ook in de huis
houding en omgekeerd.
De nauwe releatie, die bestaat tussen bedrijf
en gezin, tussen de leiding van het bedrijf en
die van het gezin, tussen man en vrouw is
hiervoor voldoende verklaring. Hoge gezins
uitgaven vragen een hoog inkomen. Zowel
het gezin als het bedrijf worden beïnvloed
van buitenaf t.w. door reclame, omgeving en
voorlichting. Wanneer de beïnvloeding van
buitenaf tot resultaat heeft, dat de boer zijn
bedrijf gaat voeren boven zijn kunnen, dan
zal het financiële resultaat hierdoor ongun
stig beïnvloed worden. Ieder gezin op elk
bedrijf zal zich er steeds op moeten bezinnen
of op zichzelf goede dingen wel passen in
zijn omstandigheden.
In de graanoogst zal steeds meer gebruik
gemaakt worden van de maaidorser. Het is
zonder meer duidelijk, dat niet ieder, die
graan verbouwd tot aanschaf van zo'n werk
tuig moet overgaan. Als iemand steeds hoort,
dat de opbrengst van pootaardapppelen zo
goed is, moet hij ze toch niet gaan verbouwen,
indien hij de poterteelt niet voldoende be
heerst. Door de beïnvloeding van buitenaf
komt men er zo gemakkelijk toe dingen te
gaan doen, die nu juist in dat geval niet ge
daan moesten worden, omdat ze óf niet pas
sen in het bedrijfsbeleid, óf de bekwaam
heden van de ondernemer te boven gaan.
Het welslagen van een éénmansbedrijf is
steeds afhankelijk van de persoon die het be
drijf leidt. Zijn mentaliteit, vakbekwaamheid,
inzicht en organisatievermogen bepalen voor
een belangrijk gedeelte de resultaten van het
bedrijf en daardoor de welstand van het ge
zin. De financiering is daarbij een instrument
in zijn handen, dat gehanteerd wordt naar
zijn kunnen.
Het doel van het bedrijf is de middelen te
verkrijgen om ook na het beëindigen van het
bedrijf te kunnen leven, dus voor de ver
zorging van de oude dag.
Om het bedrijf te kunnen voeren, heeft de
ondernemer geld nodig Zonder voldoende
financiering is het niet mogelijk een bedrijf
behoorlijk te doen renderen. Regelmatig
komen we in aanraking met bedrijven, die
door een onjuiste financiering aanwijsbaar
met hun bedrijfsresultaten achterblijven.
Een onjuiste financiering brengt vele
ondernemers ertoe hun bedrijfsvoering in te
stellen op resultaten op korte termijn.
Bij akkerbouwbedrijven komt dit o.a. tot
uiting in de teelt van speculatieve gewassen,
die vaak tot de oogst kosten en een hoge
geldelijke opbrengst beloven. Meestal zijn dit
contractteelten als graszaad, spinaziezaad
enz. Deze teelten, die in het bouwplan wor
den opgenomen in hoofdzaak om de finan
cieringsmoeilijkheden op te lossen, komen,
blijkens onze ervaring, maar zelden tot een
goed resultaat en na enkele jaren houdt men
er wel weer mee op; een ervaring rijker, een
illusie en een brok geld armer. De bedrijfs
voering is daardoor weer moeilijker gewor
den en langzaam maar zeker gaat het bedrijf
achteruit.
Bij de gemengde bedrijven zien we het ver
schijnsel, dat in plaats van de opzet van het
bedrijf om melkvee te houden, gedeeltelijk
wordt overgestapt op een bedrijfsvoering, die
gericht is op de afzet van vee, waarvan de
opbrengst op kortere termijn wordt geïncas
seerd. Wordt op de laatste wijze van bedrijfs
voering voldoende verdiend, hetgeen bij een
niet te hoog kostencijfer mogelijk is, dan is er
natuurlijk niets op tegen. In vele gevallen
liggen de totale kosten van het bedrijf, zo
als arbeidsloon, pacht, afschrijving enz., zo
hoog, dat de winst op de afzet van het vee
onvoldoende bijdraagt in de totale opbrengst
van het bedrijf en blijft de winst te laag.
Het bedrijf is een organisatorisch geheel.
Ieder onderdeel van het bedrijf moet passen
in de totale organisatie. Dit geldt wel in bij
zondere mate voor de financiering. De finan
ciering moet beoordeeld worden vanuit het
bedrijf als geheel.
Bij de kredietverlening mag dit nooit uit
het oog worden verloren. De landbouw
kredietvoorziening staat voor grote moeilijk
heden en het is gelukkig, dat men naarstig
191