De aangesloten banken
In het eerste kwartaal
In afwijking van dc kwarlaaloverzichlen waarbij de aandacht in het bijzonder wordt ge
vraagd voor de behaalde bedrijfsresultaten, wordt in deze bespreking van de gang van zaken
bij de aangesloten banken in de eerste drie maanden van 1962 vooral aandacht geschonken
aan dc cijfers van de toevertrouwde gelden, de uitzettingen en de liquide middelen.
Toevertrouwde gelden
De aanwas van de spaargelden bereikte
met een bedrag van 77,6 miljoen een
niveau dat hoger was dan dat in enig over
eenkomstig kwartaal van voorgaande jaren.
Ten opzichte van de eerste drie maanden
van 1961, het jaar waarin tot nu toe het
meest gunstige spaarresultaat voorkwam, is
de stijging bijna 10 miljoen meer. De beste
spaarmaand was januari waarin een spaar
overschot van 38,3 miljoen voorkwam, dat
nagenoeg gelijk was aan de som van de
overschotten in februari en maart.
Opmerkelijk is hierbij dat in vergelijking-
met de spaarcijfers in 1961 het inlagenover-
schot in januari aanmerkelijk hoger was, het
in februari er beneden bleef, terwijl het in
maart ruim 40 °/o hoger was dan in
maart 1961.
Ook bij de andere traditionele spaarinstel-
lingen is het spaaroverschot in het eerste
kwartaal 1962 hoger dan in dezelfde periode
van 1961. De besparingen bij de aangesloten
banken vormden in de eerste drie maanden
van 1962 22,7 van het totaal der besparin
gen bij de traditionele spaarinstellingen,
tegen 22,4 °/o in dezelfde maanden van 1961.
Hieruit blijkt dat de groei van de spaargelden
bij de aangesloten banken vergeleken met
die bij de overige spaarinstellingen be
vredigend kan worden genoemd.
De overige toevertrouwde gelden zijn de
creditsaldi in lopende rekening, die bestaan
uit tijdelijk niet benodigde bedrijfsgelden.
Daar in de eerste maanden van het jaar de
bedrijfsontvangsten veelal voldoende zijn ter
dekking van de uitgaven, wijkt het per ultimo
maart aan creditsaldi gedeponeerde bedrag
als regel slechts weinig af van het bedrag
van deze saldi per 1 januari. In dit kwartaal
bedraagt de vermindering 2,3 miljoen.
Uitzettingen
Tot de taak van de aangesloten banken
behoort het verstrekken van bedrijfskredieten
in de vorm van krediet in lopende rekening
en voorschotten op korte termijn, en het ver
lenen van investeringskrediet door middel
van voorschotten op middellange- en lange
termijn.
Het krediet in lopende rekening, dat op
de balansen van de aangesloten banken
wordt aangeduid met debetsaldi in lopende
rekening, heeft met 11,3 miljoen een
stijging ondergaan, die niet door seizoens
invloeden kan worden verklaard, daar deze
saldi in de eerste maanden van het jaar ge
woonlijk afnemen. De verklaring hiervan is
dat de behoefte aan bedrijfskrediet van
coöperatieve verenigingen in deze periode als
regel afneemt, terwijl in de saldi van de
overige debiteuren, evenals het geval is bij
de creditsaldi, slechts een geringe mutatie
optreedt.
In het eerste kwartaal van 1962 is echter
zowel het door coöperatieve verenigingen als
door overige debiteuren in lopende rekening
opgenomen bedrag toegenomen. Als gevolg
hiervan zijn per eind maart de voor onze
organisatie geldende normen met betrekking
tot de kredietverlening aan de particuliere
sector overschreden.
Niet alleen de kredietverlening in lopende
rekening, doch ook die in de vorm van voor
schotten heeft in de eerste drie maanden van
het jaar een belangrijke uitbreiding onder
gaan. De voorschotten aan natuurlijke per
sonen stegen met 12,2 miljoen, tegen
8,2 miljoen in dezelfde periode van 1961,
terwijl de hypothecaire voorschotten toe
namen met 43,4 miljoen te vergelijken met
34,5 miljoen in 1961. Alleen bij de lenin
gen aan rechtspersonen is de groei met
188