bestemd. Maar in elk geval past deze ge dragslijn geheel in het stelsel van afroming, dat het algemene beleid van de Nederlandse overheid kenmerkt. Geen bestedingsbeperking- Wij hebben hierboven betoogd, dat men met al deze maatregelen beoogt de spannin gen ten aanzien van de binnenlandse con junctuur te verzwakken en dat zij daarom uitsluitend op het binnenland zijn gericht. In eerste aanleg is dat voor de volle honderd procent het geval, maar toch zijn daaraan belangrijke consequenties voor de stand van de betalingsbalans verbonden, die toch feite lijk de binnenlandse ontwikkeling nauw keurig' registreert. Immers wordt het binnenlandse monetair-economische even wicht verstoord, dan zal dat er toe leiden, dat er uiteindelijk een tekort ontstaat op de lopende rekening van de betalingsbalans en dat naar het middel van de algemene be stedingsbeperking moet worden gegrepen, zoals ook in de jaren 1956/57 noodzakelijk is geweest. Toenmaals overtroffen de natio nale bestedingen de nationale middelen aan zienlijk als gevolg van een overbesteding, veroorzaakt door de financieringen van de lagere overheid. Op het ogenblik kan Neder land zich echter gelukkig prijzen dat zowel de financiële positie van lagere als centrale overheid zeer gezond is. Instede van een tekort dat zich enkele jaren geleden kenmerkte door een torenhoge vlottende schuld van de gemeenten, is er thans een overschot in de gehele overheidssfeer, terwijl de Nederlandsche Bank er thans wel voor waakt, dat er in de particuliere sfeer geen ongelukken gebeuren. Zo kan de Neder landsche Bank in haar jaarverslag ook uiting geven aan een zekere mate van vertrouwen, dat Nederland het voorshands en waarschijn lijk helemaal zonder algemene bestedings- beperkende maatregelen zal kunnen stellen. Maandelijkse koerstabel 1 Effectief rendement obligaties 30 nov. 28 dec. 31 jan. 28 febr. 30 maart 27 april 4l/2 °/o Nederland 1958 1017. 102%. 1037a 103'Yi. O K) 101 4V2 °/o Nederland 1960 I 101% 102%. 1037a 103W. 1027a 10074 4'/« Nederland 1959 100%. 1017a 1017a 1017a O O 997. 41/4 Nederland 1961 100%. 10015/i« lOPY.e 10115/l8 10072 100 3% °/o Nederland 1953 977a 97%. 97%. 9874 967a 957a 3'/2 Nederland 1956 957j 95 967a 967a 947a 9374 37. °/o Nederland 1954 917. 917. 927. 927a 907a 90 37l °/o Nederland 1955 I 9l7a 9172 927. 9272 907a 90 3'/2 0/0 Ned. 1947 Staffel 937. 93 937i. 947a 93 91u/i« 3 Nederland 1962/64 99%. 997. 1007. 99ls/i. 997i. 997i. 3 °/o Grootboek 1946 92%. 927a 9274 93 91'%. 91 Yie 3% Investeringscert. 997i. 997a 9974 99'7i. 98^/m 99 2V2 Grootboekoblig. 60'/. 60 597a 5972 597a 5772 30 nov. 28 dec. 31 jan. 28 febr. 30 maart 27 april 47. Nederland 1958 4,29 4,20 4,09 »/o 4,05 ®/o 4,25 »/o 4,38 ®/o 4'/2 Nederland 1960 I 4,30 ®/o 4,22 °/o 4,09 o 4,07 ®/o 4,26 »/o 4,42 °/o 4'/4 °/o Nederland 1959 4,22 ®/o 4,12°/. 4,06 ®/o 4,03 ®/o 4,23 »/o 4,27 7o 4'h Nederland 1961 4,24 4,16 ®/o 4,07 »/o 4,06 °/o 4,21 °/o 4,25 °/o 3»/4 Nederland 1953 4,03 4,06 °/o 4,03 7o 3,96 °/o 4,12 °/o 4,22 7o 37z Nederland 1956 4,04 ®/o 4,10°/. 3,96Vo 3,89 ®/o 4,12 ®/o 4,22 »/o 37. Nederland 1954 4,07 4,08 »/o 3,98 3.94 »/o 4,14 »/o 4,21 °/o 37. Nederland 1955 I 4,06 ®/o 4,07 7o 3,97 ®/o 3.94 ®/o 4,13»/» 4,19% 37z °/o Ned. 1947 Staffel 3,93 ®/o 3,98 3,95 ®/o 3,91 ®/o 3,98 ®/o 4,07 30/0 Nederland 1962/64 3,22 3,14 2,92 °/o 3,05 3,38 »/o 3,39 3%> Grootboek 1946 3,99 4,02 »/o 3,94 »/o 3,90 °/o 4,04 °/o 4,15 3 °/o Investeringscert. 3,24 ®/o 3,22 ®/o 3,10 ®/o 3,08 ®/o 3,36 ®/o 3,34 ®/o 2</2 ®/o Grootboekoblig. 4,17®/. 4.22 4,25 ®/o 4,26 ®/o 4.29 °/o 4,25 ®/o

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1962 | | pagina 27